Vanmorgen raakte ik in gesprek met een opa. Het begon uiteraard eerst over ons milieu en hoe met name de jeugd daarmee omgaat. Al pratend bleven we bij de jonge generatie hangen. Hij vertelde mij, dat ie zijn kinderen erg weinig zag. "Ze hebben het erg druk, natuurlijk", vergoelijkte hij. Meneer herinnert zich nog de tijd, waarin alles anders was. Hij vertelde over een tas aan de knop van de buitendeur, met daarin een portemonnee en een boodschappenbriefje. Dar gebeurde wanneer zijn ouders niet thuis waren. Die tas was bedoeld voor de SRV wagen die langs de deuren reed. Na thuiskomst lagen de boodschappen in de tas, met portemonnee en het wisselgeld. Tja, dat kon toen nog. Net als het bekende touwtje uit de brievenbus en de fiets die niet per se op slot hoefde. Tegenwoordig worden er zaken uit je huis gestolen, terwijl de deuren en ramen volgens bepaalde veiligheidsnormen afgesloten zijn. Aan de ene kant is het leuk te horen over een tijd die een stuk zorgelozer was. Aan de andere kant vertelt het ook hoe diep wij sindsdien weggezakt zijn. "Ze worden heel anders opgevoed, hè", zei hij wat berustend.
Toen hij het weer over zijn kinderen sprak en zei dat ze geen tijd hadden voor een bezoek, zei ik : "Geen tijd betekent voor mij geen prioriteit." Tja, daar werd meneer even stil van. Hij lachte wat en zei enkel : "Misschien is dat zo." Hij vertelde dat hij en zijn vrouw met de kids geregeld opa en oma bezochten. Meestal in het weekend. Dat herkende ik. Dus het goede voorbeeld was wel gegeven, maar blijkbaar niet overgenomen. Omdat het volgens mij geen prioriteit heeft of, zoals hij zei, er geen tijd meer voor is. Tenzij ze iets nodig hebben. Aan de andere kant zijn ze er wel, wanneer je ze zelf eens nodig hebt. Maar ja, wij vragen niet zo gemakkelijk en hebben ook geen eerst-ikke mentaliteit.