zaterdag 12 juni 2021

Wind tegen

Vanmiddag hebben we weer gefietst. Eerlijk gezegd moest ik mezelf wel een schop onder de kont geven, want er staat een flinke bries hier. Ik had geen zin om een middagje op de pedalen te stampen. Zo vermoeiend. Maar ja, toen klonk dat stemmetje weer van mijn broer. Hij zei vlak voor zijn overlijden, dat ik in beweging moest blijven. Dat trok me over de streep.
We hadden constant de wind op de kop. Niks an, maar wel goed voor de beenspieren, de conditie en het doorzettingsvermogen. Fenna hobbelde lui liggend in haar koetsje achter Sonja's fiets mee. Die had het goed voor elkaar. Ik keek maar niet al te veel naar de teef. We kwamen plots op een onverharde weg terecht. Met een karrenspoor en hoog gras in het midden.
Halverwege deed Sonja wat boodschappen voor het weekend bij een Spar vestiging. Fenna en ik bleven weer buiten wachten. Ik kon uitrusten van het getrap en Fenna van het liggen.
Op de terugweg ging het even mis. We misten een knooppunt. Het bordje was weg. Die studenten komen ook echt overal. Na een blik op de kaart te hebben geworpen, fietsten we met de wind in de rug weer naar de camping. Daar aangekomen stapte Fenna zuchtend uit haar karretje. Ze zal vast gedacht hebben : "Moest ik zolang in die kar liggen hobbelen om ergens ver weg in een bos mijn keutel te trekken?"  Morgen dikke benen? Voor ons was het theetijd en lui in een stoel in de zon wat bijkomen. Tijd om wat te bestellen.