Als kind heb ik mijn moeder vaak haar boekje van kruidenier Braam zien controleren. Ze kocht daar op de pof. Periodiek werd er afgerekend. Een paar keer keek ik als kind toe hoe ze, met haar beursje leeggeschud op de eettafel, de stand van zaken bijhield. Daar op tafel had ze de centen, stuivers, dubbeltjes en kwartjes in rijtjes van twee uitgelegd. Toen ik haar een keer weer met een bezorgd gezicht zo bezig zag, beloofde ik plechtig : “Mam, als ik groot ben, ga ik heel veel centjes voor u verdienen.” Ze lachte en streek me over mijn koppie, dat toen boven de eettafel uitstak.
Mamma lag vaak ziek op bed. Ze had een zware vorm van astma. Onze oudste zus was onze tweede moeder. Ze zorgde voor drie broertjes en een zusje. Als het buiten warmer werd, ging het met mamma ook beter. Ze kwam uit Indië en was niet gewend aan de kou en rokende schoorstenen.
Een paar jaar later, op een zomerse dag toen ik na een bezoekje aan mijn oma en opa naar huis liep, vond ik zo’n mooi grijs biljet van 2 gulden 50 op straat! Het stukje papier lag tegen een boom, vastgeplakt door de wind. Ik wist niet wat ik zag en voelde me stinkend rijk! Ik had al snel uitgerekend dat het biljet 250 verkeersdroppen betekende. Maar toen schoot dat beeld van mijn mamma door mijn hoofd. Aan die eettafel met dat boekje en het geld. Zij kon dat biljet vast wel goed gebruiken. Thuisgekomen gaf ik het grijze biljet trots aan haar. “Voor in uw beurs”, zei ik nog. Mamma ondervroeg mij nog om er zeker van te zijn, dat ik het geld echt gevonden had. Gelukkig zag ze dat ik niet loog. Wat denk je? Ze beloofde mij, dat ik een keer naar de film mocht! Met haar, want ik was nog te jong om alleen te gaan.
Op een woensdagmiddag was het zover. Samen stapten we in de bus die ons naar Leiden bracht. Bij de bios aangekomen had ik in mijn opwinding niet naar de posters in de vitrines gekeken. Eenmaal in de bioscoop, vergaapte ik me aan de lampjes, het publiek (opvallend veel vrouwen met kinderen) en het interieur. We schuifelden door een rij met stoeltjes waarvan de zittingen omhoog waren geklapt. Ik streek met mijn handen over de zachte, rode bekleding van de stoel, die zacht en duur aanvoelde.
Niet veel later werd het donker. Toen de film gestart werd wachtte mij een grote teleurstelling. Ik bleek te gaan kijken naar een film van Sissi! Ik keek verschrikt naar mijn mamma. Ze zat daar met glinsterende ogen. Ze had ook een glimlach om haar mond. Van die film herinner ik me niet veel. Alleen dat ie in kleur was. Ik vond het een prutfilm. Maar mijn moeder genoot die middag volop van ‘haar’ Sissi. Zelf had ik gehoopt naar Tarzan te zullen gaan. Maar ik kwam in een totaal andere wereld terecht. Een van pracht en praal. Ik zat erbij en keek vooral naar haar, mijn mamma. Naar dat blijde gezicht. Anderhalf uur lang. Soms zei ze : “Mooi hè?” en dan glimlachte ik maar en knikte met mijn hoofd.
Op school had ik mijn vriendjes al trots verteld, dat ik naar de bioscoop zou gaan. Ze waren net als ik erg benieuwd naar welke film. Af en toe starend naar het witte doek, verzon ik alvast een antwoord op een mogelijke vraag van mijn klasgenootjes. De volgende dag heb ik ze maar een leugentje om bestwil verteld. Dus zei ik wat achteloos : “Ik ben naar Tarzan geweest.” Mij werden gelukkig geen gedetailleerde vragen gesteld. Geen van hen had in de gaten dat die film op dat moment helemaal niet in Leiden draaide. Een hele opluchting.
Maar mijn moeder heeft erg genoten van de film. Ik zag het aan haar gezicht. Ontspannen en vrolijk. En eerlijk gezegd, vond ik dat het mooiste van die dag. Nog steeds. Ik vond dat ze dat verdiend had. Ze had het vaak zo moeilijk. Na aankomst hier uit het verre Indië overleed haar vader, mijn opa die ik nooit gezien heb. Haar moeder was al veel eerder overleden. In Indië. Mijn moeder was toen pas 12 jaar. En dan die nare oorlog, het kamp en alles achtergelaten om met mijn vader mee te gaan. De kou in en last krijgen van astma in een vreemde omgeving.
Later besefte ik pas dat ik niet alleen een strenge en toch lieve, maar vooral ook dappere moeder had. Toen ik zelf ging verdienen was mijn geld niet meer nodig. Ik heb mijn ouders op een andere manier ‘betaald’. Door er voor hen te zijn. Tot aan hun overlijden. Als blijk van dank, omdat ik me met hen zo rijk voelde. En Tarzan? Die heb ik alsnog een paar jaar na Sissi gezien. Met de enige echte Johnny Weissmuller in de hoofdrol.