dinsdag 24 maart 2015

Een dorp onder de slopershamer


Tot mijn tijdelijk vertrek uit Leiderdorp in 1960 kende ik nog de periode van de opbouw en saamhorigheid. Na mijn terugkeer in 1963 kwam het accent te liggen op slopen en ieder voor zich. Zo kwam de situatie mij toen over. Vooral in de jaren 60 is in Leiderdorp veel gesloopt. Het heeft het beeld van mijn geboortedorp schrikbarend veranderd. Moedwillig, want het dorp moest een stad gaan worden. Althans, zo leek het. Was het de angst opgeslokt te worden door de gemeente Leiden? Of gewoon gebrek aan competentie, visie en creativiteit? Het begon eigenlijk al met de komst van de snelweg A4. Er werd veel ingeleverd om het toen nog onbekende fijnstof te kunnen inademen en werkgelegenheid te creëren, die het lawaai en de stank moesten bestrijden en voorzieningen moesten aanbrengen. De auto was immers in opmars. Paard en wagen, bakfietsen en handkarren verdwenen onder de groene zoden, die op hun beurt verdwenen onder zwart asfalt en betonnen klinkers. Het geluid van het vee in de weilanden werd vervangen door dat van de benzine slurpende metalen melkkoe van de overheid. Een vooropgezet plan? Hadden nieuwe dorpsgekken plaatsgenomen in het gemeentehuis?
De groei van het dorp ging ten koste van veel boerderijen aan de noordkant van het dorp. Daar waar ooit de boerderijen van Samson, Heykoop, Bloemendaal (foto), Hajes, Rijnsburg en Muilwijk (nota bene in de jaren 50 helemaal gerenoveerd) het landschap sierden. Dichterbij, achter het Kindertehuis Voordorp stond ook een boerderij, 'Bij Dorp' genaamd.  Ik heb achter die boerderij in mijn jeugd nog een eerste start gemaakt als (illegaal) fruitplukker in de kleine boomgaard (alsnog een 'sorry' van mijn kant). Alleen de boerderij aan de Hoofdstraat hoek Hoogmadeseweg (fam. Verbeek) en die in de Houtkamp (fam. de Graaf) en achter de begraafplaats zijn er nog.
Ook het imposante pand van Voordorp (foto rechts onder) moest plaatsmaken voor de vooruitgang. Het had een mooi nostalgisch appartementen gebouw kunnen worden. Andere gezichtsbepalende gebouwen werden ook met de grond gelijkgemaakt, zoals de witte 'ouwe schuur' van (Bouwmaterialen) Bennink waar een schat aan historische verhalen rondwaarden en het voormalige weeshuis aan de Hoofdstraat 60, waar ik vaak via de
binnenplaats een doorsteek maakte naar het Jaagpad langs de Rijn. Ook de aalmoes- en arbeidershuisjes zijn niet meer, zelf niet eens een geveltje of muurtje als stille herinnering aan eenvoud en armoe. De vertrouwde Leiderdorpse brug over de Rijn moest ook naar de schroot. De nieuwe heeft een typisch jaren 60 uitstraling : stierlijk saai. Zelfs de kerktoren moest plaatsmaken voor een miezerig klein exemplaar, een ruiter, midden op het schip van de kerk. Restauratie als variant op de revolutiebouw, die toen gaande was. Ik weet niet beter dan dat die toren fier (ietwat scheef, hij was immers op leeftijd) aan de voorzijde tegen het kerkgebouw stond, waar de dominees Honnef en V.d. Hoek predikten, terwijl ik met mijn broers op de harde houten banken stiekem zaten te klieren. Een van ons had de opdracht de preek te volgen, zodat thuis de (controle-) vragen over de dienst beantwoord konden worden. Gelukkig was er nog eerst mr. G.B.J. Hilterman (de eerste belangrijke Argentijn voor Máxima) die op de radio zijn Toestand in de Wereld besprak. Die man zorgde
voor de nodige afleiding bij mijn moeder en deed haar de preekcontroles geregeld vergeten.
Ook aan de kant van de Valk Boumanweg is veel verdwenen. Variërend van mooie, statige panden tot de oude steenfabriek van Ouderzorg (foto links). Zelfs de naam heeft tegenwoordig een heel andere betekenis vanwege de vele bezuinigingen in de zorgsector. Naast het gemeentehuis aan de Hoofdstraat moest een huis dat opvallend dicht langs de straat stond (een herkenningspunt voor mij als jongetje op weg naar het grote postkantoor) , gesloopt worden. Ook de gezellige buurtwinkeltjes verdwenen, want men wilde ondanks de toenemende welvaart buiten het dorp nog goedkoper inkopen doen. De supermarkt was in opmars en we hadden immers een auto! De onderlinge binding tussen de bewoners verwaterde. Niet meer samen, maar ieder voor zichzelf en God misschien voor ons allen. Misschien, want het aantal gelovigen in Hem nam sterk af. De moderne technologie en zakelijke denkwijze trokken harder dan het Woord.
Gaandeweg is het dorp veranderd in een moderne stad, waar het grauw grijze beton de nostalgische baksteen heeft verpletterd en de groene graslanden heeft doorboord om moderne gebouwen te dragen. Zelfs de oude bunker kon dit alles niet aanzien en zocht uit ellende zijn heil onder de grond. Sindsdien is er nog veel meer gesloopt door een nieuwe golf van cultuurbarbaren, die geen enkele binding hebben met het verleden maar des te meer met hun cv's. Ooit sprak een wijs iemand : 'Wie zijn verleden niet kent, heeft geen toekomst'.  Maar in het dorp was dat tegen bestuurlijke dovemansoren gezegd.
Grote, hoge woontorens ontsieren het straatbeeld, waar mensen onbewust hun ding doen en nauwelijks enige notie hebben van hoe het ooit was : Leiderdorp, een mooi groen landelijk dorp aan de Rijn met een zichtbaar rijke historie. Zelfs de Munnikenmolen is verwijderd, om plaats te maken voor een kereltje (dat loopt) met een molentje. Symboliek voor alle betrokken beslissers.
Er is nog een stukje van het dorp dat de sfeer van toen heeft weten te behouden : de omgeving van de Doesbrug. Niet verder vertellen! Hopelijk blijft dat stukje op het gemeente huis van Leiderdorp dan nog heel lang buiten beeld.