Ingezonden
De meeste mensen weten dit regeltje wel af te maken met: ,,....zit de meeste vis"
maar
dat het ook pepesan kan zijn weet ik pas sinds kort. Maar dan alleen
maar met makreel?, waarom eigenlijk? Het toeval wil, dat ik het woord
pepesan onlangs voor de eerste keer van mijn leven hoorde noemen. En nu
Willem dat woord ook nog eens le(tt)(kk)erlijk in de mond neemt, weet ik
het zeker: het móet wel lekker zijn. Maar vreemd genoeg heb ik het nog
nooit geproefd terwijl ik wel een echte liefhebber ben van één vis, op
mijn bordje, en ook van het meervoud: vissen (met een hengel.). Tijdens
het nagesprek over een dag 'makreelvissen' op de Noordzee vertelde een
van de leden van onze hengelvereniging, een zogeheten
'half'-Indonesische, dat zij zelf thuis pas nog een paar makrelen had
gerookt en er daarna pepesan van had gemaakt. Net als bij Willem ging
ook bij haar het grootste deel ervan in de diepvries want immers: 'wie
wat bewaart heeft wat'. Het lijkt overigens wel alsof pepesan een
'indo-patent' heeft, want hoewel ze mij allebei het 'zee-water' in de
mond praatten hielden ze het recept ervan, bewust of onbewust, voor zich
maar daar komen wij heus nog wel eens achter hoor!
Toch was ik een paar
jaar geleden al eens halverwege met de bereidingswijze van pepesan toen
ik een hobby-visroker een avond en een nacht heb geassisteerd bij het
roken van 420 makrelen! Met z'n zessen hadden we een succesvolle visdag
op de Noordzee gehad en kwamen thuis met een kruiwagen vol (of zoiets)
makrelen. Gelukkig was een buurman van onze dochter, met een
hobby-visrokerij, tijdig ingeseind en deze was gewoontegetrouw bereid de
rookklus te klaren. Gelukkig maar want makreel is een kwetsbare
vissoort die, vooral bij warm weer, snel aan bederf onderhevig is en
dus zo snel mogelijk verwerkt moet worden. De buurman had al twee grote
kunststof kuipen klaargezet en deze gevuld met spoelwater resp. zout
water waarvan bij de laatste het vereiste zoutgehalte zorgvuldig was
aangemaakt. Nadat de makrelen netjes schoongespoeld waren lagen ze een
tijdje in het zoutbad en daarna werden ze in rijtjes van tien aan
spiesen geregen die voor het uitlekken ergens werden afgehangen. De
volgende behandeling was het 'drogen' in de oven, totdat de huid van de
vis een beetje perkamentachtig werd. Pas daarna kon het echte roken
van de eerste lading van 8 x 10 makrelen beginnen. De uren wachttijd
werden gevuld met ellenlange gesprekken, een biertje en een sigaretje.
Tja, in die tijd rookten wij ook onszelf nog maar daar zijn we op een
gegeven
moment toch maar mee gestopt. De eerste lading makrelen was laat
in de avond nog maar net gereed of een paar 'buren-neuzen' kwamen al om
de hoek geslopen voor het traditionele, opgerolde krantje met een
heerlijke portie warme vis en zo genoot de hele buurt mee. Die ‘genoten’
natuurlijk ook van de rookstank; dus voor wat, hoort wat! De nacht
daarna was lang en vermoeiend voor ons beiden want de biertjes en het
‘gaar?-proeven’ tussendoor, bij elke volgende lading van 80 makrelen,
liet zich gelden. Tegen de morgen waren we, na meer dan 12 uur zitwerk,
dan ook suf-gel#ld, uit-gel#ld, én ‘uit-geróókt'. Wij waren helemaal
'leeg', maar de kruiwagen in het begin van dit stukje óók en daar ging
het toch om. Na een stevige douche stapte ik op de fiets en ging naar
huis met zes makrelen in een opgerold krantje onder de arm. ,,Maar 6
?!". ,,'Die vis werd duur betaald'?" Ach, wat maakt het uit want in dat
mooie, ouderwetse straatje wordt nog steeds 'met gesloten beurs
betaald'. Ging het in de hele wereld maar zo. "Doe wél en zie niet om",
maar beter nog: "zie wél om en doé óók wél!” (voor elkaar) Zoals sommige
mensen, in o.a. Dronten, al ‘Wéldoen’.
Fan-tilator