Het schuren van de uitlaat van de CBX leek een ware martelgang. Het spruitstuk zelf viel mee, net als de beide dempers. Maar de rest.....! Overal hoekjes en gaatjes. Nee, hij is wel nog steeds gasdicht. Daarna heb ik het geheel stof- en vetvrij gemaakt. Voordat ik verderging, heb ik even door de schutting naar de
|
.....schaapachtige blikken.... |
buurvrouw gegluurd. Ze bleek niet thuis te zijn, zodat ik besloot te gaan spuiten. Die lak riekt natuurlijk nogal sterk en dan is het geen pretje als je als buurvrouw liggend in de zon dat spul van je spuitende buurman in de neusgaten krijgt. Natuurlijk heb ik vooraf de omgeving beveiligd tegen mogelijke verfspatjes en nevel.
Bijna de hele matte, antraciet kleurige, hittebestendige inhoud van de spuitbus heb ik verbruikt. Ik heb bewust wat overgehouden om eventuele krassen na de montage van de vier in twee weg te werken. Maar eerst het blok aan de voorkant schoonmaken. Gewoon met een tandenborsteltje en een doek. Geen lawaai dus. Al bleven bepaalde toeschouwers mij gedurende mijn geploeter mij schaapachtig aankijken.
Terwijl het zonnetje er lustig op los scheen, begon ik na de schoonmaak met het monteren van de als
|
nieuwe uitlaatringen |
splinternieuw ogende uitlaat. Ik heb eerst de oude uitlaatpakkingen vervangen door nieuwe. Hoewel ik de uitlaat in z'n geheel vrij snel onder het blok had liggen, verliep de rest van het montageproces over de Via Dolorosa. Ik werd waarschijnlijk gestraft, omdat het zondag was. Ik vond het daarom niet eerlijk om liggend onder de motorfiets 'Eli Eli lama sabachtani!' te roepen. Ik moest mijn kruis zelf dragen.
Behalve de vier bochten die correct op de cilinders terecht moesten komen, waren er ook nog twee bevestigingspunten onder het motorblok en twee bij de beide dempers. En alle acht moesten precies recht op de montage punten uitkomen! Het leek alsof de hele uitlaat na de grote opknapbeurt een totaal andere vorm had gekregen. Met wat installatiedraad heb ik het hele geval eerst aan de fiets opgehangen. Daarna ben ik stapje voor stapje het geheel dichter bij de bevestigingspunten gaan manoeuvreren. Het vreemde was, dat zowel voor, bij de cilinders als achter, bij de voetsteunen van de passagier, alles mooi uitkwam. Maar onder het blok nauwelijks!
|
hé, hé, hij zit.... |
Na een uur tobben, besloot ik tot grof geweld over te gaan. Ik pakte een grote koevoet uit de schuur. Uit ervaring weet ik : 'Met geweld verkracht je een ezel'. Die ervaring heb ik in de zin van horen zeggen, want ook ezels zijn me lief. Ik plaatste de koevoet tussen een framebuis en de uitlaat. Ik begon voorzichtig wat druk uit te oefenen, want er was sprake van een afwijking van slechts enkele millimeters. Een luide knal, peng!, deed mij geschrokken ophouden. Ik keek onder het blok en verwachte slecht nieuws. Maar het tegenovergestelde bleek het geval : de montagepunten zaten nu precies boven de gaten met schroefdraad! Halleluja! Geprezen zij de koevoet! Snel draaide ik de beide bouten met het handje weer op z'n plaats. Ik was bang dat ik weer een Peng! zou horen en de boel weer in de oude situatie terug zou keren. Je weet maar nooit. Nadat ik ze had aangedraaid, deed ik dat ook met alle andere bouten en moeren. Vergezeld van een diepe zucht dacht ik opgelucht : "Het is volbracht!" Tijd voor een kopje welverdiende thee. Ik plofte voldaan neer op de met kussens belegde steigerhouten tuinbank. Niet voor lang, want de boel moest nog opgeruimd worden. Rest mij nog het controleren op de gasdichtheid bij de cilinders. Dat doen we morgen maar. Zodra ik weer terug ben uit het ziekenhuis. Deo volente........