Zo heb ik een tijdje een leidinggevende gehad, die geregeld met : "Jullie Chinezen hè,...." begon als hij mij iets wilde zeggen of vragen. Ik dacht dat ik bruin was en niet geel en ik heb ook geen hoog staande jukbeenderen c.q. spleetogen. Maar goed, die Brabantse boer Jan H. wist blijkbaar niet beter. Een schrale troost voor hem : er zijn er meer. Zo waren er mensen die er vanuit gingen dat ik een neger ben. Huh? Ja dus. Anderen pakten het subtieler aan (dachten ze). Ze vroegen mij (geboren en getogen in Leiderdorp) :
1968, op de brommert naar Leie |
Maar als ik door een autoritair klinkende betweter met zo'n vooroordeel werd aangesproken, dan pakte ik hem graag even subtiel terug. Dan antwoordde ik met een Leidse tongval op zangerige toon en met veel rollende r's : "Hé jûh kolerelijert, krijg nou wat! Pleurt op met je tyfuszooi!"
't Is maar goed dat mijn moeder dat nooit gehoord heeft. Die had een uitgesproken hekel aan grove taal en aan Leids. Daarom kreeg ik geen ordinaire brommert, maar een mooie bromfiets. Een Magneet, in 1966 gekocht bij Schneiders aan de Hoofdstraat.