donderdag 5 februari 2015

Naar kapper De Jong!

Als kind hanteerde mijn moeder zelf de kappersschaar. Of beter een tondeuse. Geen elektrische, maar een hand bediende. Het model waar ze erg goed in was heet bloempot. Het hield in, dat ik alleen boven op mijn hoofd nog haar had. Alsof ze vooraf een bloempot op mijn koppie had gezet en toen is gaan knippen.
Wat het resultaat betrof, daar maakte ik me niet zo druk over. In die jaren 50 liepen er meer bij alsof hun haar door de ratten aangevreten was.
bloempot stijl
Op een mooie zaterdagochtend zei mijn vader tegen mij : "Om 10 uur bij kapper De Jong, jôh." Mijn pa was niet zo'n prater. Hij was sergeant en commandeerde. Wij, mijn broers en ik, luisterden en deden (alsof). De kapper, een goede vriend van pa, was gevestigd op de hoek van de Dr. de Bruijnestraat en de Groenendijkstraat. Kapper De Jong, met krullend haar en bril, wist van mijn komst. Hij heeft sinds kort een kalende Hongaar in dienst. De man was na een gezamenlijk gebed op school vanwege de opstand in dat land door God naar Leiderdorp gestuurd. Althans, dat was mijn kinderlogica in die tijd.
Toen ik plaatsnam op een stoel aan de tafel tegenover de deur om mijn beurt af te wachten, kwam de kapper gehaast naar mij toe. Snel griste hij een magazine van tafel. Het was De Lach. Niet geschikt voor jeugdige lezers en vooral kijkers als ik. In gedachte maakte ik een opmerking : "Die heb ik al gezien, hoor!" Een wat ouder vriendje van mij nam dat blad soms stiekem van huis mee en we bekeken het in een bergruimte op de begane grond van de flat in de BG Cortslaan. In de kapperszaak klonk alleen het geluid van een knippende schaar. Ik keek naar de vele flesjes en doosjes op de diverse plankjes aan de muur waar twee grote spiegels prijkten ; scheerzeep, aftershave, aluin en Brylcreem.
Na nog geen tien minuten wachten, mocht ik van meneer De Jong op een grote stoel met zwarte, gekreukte leren kussens klimmen. Hij pompte de stoel met zijn voet omhoog. Vervolgens plakte hij een papieren strook om mijn nek en deed mij een bruin schort om, waarvan hij de knoop in mijn nek legde. Een voorteken?
...een maand of wat na de aanval...
"Zo", zei de kapper. Toen ik wilde vertellen hoe ik mijn haar geknipt wilde hebben, onderbrak hij mij abrupt. "Ik heb je vader gisteren al gesproken", zei hij op bezwerende toon. En zoals geleerd, zweeg ik. Even later gleed een elektrische tondeuse over mijn hoofd. Om mij heen zag ik zwarte haren vallen. En niet een beetje, heel veel. Op mijn neus maakten ze een kriebelend gevoel, maar ik mocht ze niet even wegvegen. "Stil zitten!" gebood de kapper.  Gezien zijn strenge toon durfde ik niet eens meer "Ja meneer" te zeggen. Zijn Hongaarse hulp zei ook niets. Die was zeker ook als de dood voor deze kapper. Misschien was ie toch maar liever in Hongarije gebleven.
De bovenkant van mijn hoofd bleef deels onaangeroerd. Niet voor lang, want even later kwamen een schaar en kam tevoorschijn. En toen zag ik in de grote spiegel voor mij, dat het haar op mijn hoofd in hoog tempo ultra kort werd geknipt! Ik schrok me een hoedje. Was pa soms boos op mij? Toen de knipbeurt klaar was, begon de kapper met een rond plastic borsteltje hard over mijn hoofd te borstelen. Daarna doopte hij zijn vingers in een potje met een olieachtige inhoud en begon mijn hoofd te masseren. Oei, oei, dat deed pijn zeg! Maar ik durfde de stilte niet te doorbreken.
Meneer De Jong trok na de massage het papieren servet weg, maakte er een prop van en gooide het in de prullenbak. Met een zwaai trok hij het schort weg en zie daar : een kale Wimmie met een stekelkop! Ik baalde hevig. Het gratis borsteltje dat ik van de kapper kreeg, kon daarin geen verandering in brengen.
Terwijl de kapper mijn haartjes bijeen veegde, trok ik mijn jasje weer aan, groette de kapper en trok de deur achter me dicht. Buiten was het opeens erg koud geworden.
Mijn pa was net als de kapper heel tevreden. Ik durfde de maandag erop eerst niet naar school. Maar eenmaal op school was iedereen erg enthousiast over mijn nieuwe kapsel of wat er van over was. Ze vonden mijn koppie stoer staan. Ik heb het aantal keren dat er over mijn stekelkoppie werd geaaid maar niet geteld. Ik had er alsnog vrede mee.