vrijdag 9 februari 2024

Kerk en genocide

Vanmiddag ben ik gebeld door iemand van de kerk. Meneer begreep niet waarom ik afstand nam van de kerk vanwege de houding van het instituut ten opzichte van de genocide in Gaza. Meneer vroeg mij als eerste : "Over welke genocide heeft u het eigenlijk?" Met de toevoeging, of het soms om 7 oktober 2023 ging. Dat was voor mij al een wat huichelachtige reactie. Op die dag vond immers geen genocide plaats, maar een reactie van een getergd volk. Meneer probeerde vervolgens alsmaar te hameren op die 7e oktober, daarbij voorbijgaand aan alles wat tot die datum de Palestijnen aan wreedheden overkomen is. Inclusief de vele VN resoluties die de Joden genegeerd hebben. Nee, het kerkelijk vingertje wees nadrukkelijk naar de Palestijnen. Decennia lang wreedheden laten begaan en vervolgens boos worden als de slachtoffers terugslaan en hen dan aanwijzen als daders. Bah! Ik maakte daarbij de vergelijking met de situatie rond Rusland en de NAVO. Meneer sprak vaak in termen van "ik vind..." waarop ik hem corrigeerde door te zeggen dat ik het over de kerk heb en niet over hem. 
Meneer nam geregeld zo'n typisch vrome houding aan : 'Elke zondag bidden wij voor vrede en de slachtoffers, meneer'. Met de slachtoffers werden in zijn betoog die aan Joodse kant bedoeld. Ik zie ook, dat de kerk intussen zwijgend toekijkt hoe een volk uitgemoord wordt. Wie zwijgt stemt toe.
Toen ik hem vroeg of hij (vanwege zijn 'ik' benadering) op dezelfde manier zou reageren als Jezus naast hem zou staan, viel ie stil. Ik werd zijn kerkelijk gezever zat. Ik heb het gesprek afgekapt. Meneer belde trouwens, omdat ik mijn jaarlijkse financiële bijdrage uit ook protest opgezet heb.
Ik heb afgelopen 10 jaar slechts 1 x iemand van de kerk hier gezien. Dat was tijdens een kennismakingsgesprek. Op de vraag of ik via de kerk anderen zou willen helpen, antwoorde ik toen bevestigend en vertelde haar dat ik al hier in de omgeving mensen hielp. Ik noemde een paar adressen. Toen zei ze : "Ja, maar die zijn geen lid van onze kerk!" Dat was voor mij toen ook al einde oefening.
Meneer had zich kunnen beperken tot 'wij respecteren uw mening en hopen dat u ons trouw zult blijven'. Dan was het ook een kort, maar voor mij een zinvoller gesprekje geweest.