Het verbaasde mij enigszins, dat in het restaurant van een ziekenhuis ook friet en snacks verkocht worden. Ik zag een stel friet met frikandellen en kroketten nuttigen. Uiteraard met een flesje cola.
Het viel mij (weer) op, dat mevrouw in een scootmobiel zat met zuurstofflessen aan boord. Ze was aan de flinke kant, zal ik maar zeggen. Met het woord obese kwets je snel iemand. Zeggen ze. Maar ze was gewoon obese dus. Niet dat ik het dan niet goed zou vinden. Maar om drie uur ’s middags lijkt me een raar tijdstip om een vette hap naar binnen te werken. Ik weet niet of men daar ook in speciale olie frituurt. Gezonde olie, als die bestaat.
Nee, ik was niet jaloers. In zo’n omgeving heb ik alles behalve trek. Het was er druk en benauwd. Het liefst rende ik weer naar buiten. Maar zo af en toe dwing ik mezelf mijn grenzen te verleggen. Ik zie het dan als oefenmateriaal. Ik zat daar ook te wachten omdat ik de patiënt niet in de steek wilde laten. Dus was het ook voor mij afzien. Ik had wel een plekje genomen, dicht bij de uitgang. Voor het geval dat.
Als ik een snack eet, is dat meestal op een tijdstip waarop wij gewoonlijk eten. Dus na twaalf of na 5 uur ’s middags. Dan is het in plaats van gewoon eten. We doen zoiets hooguit een keer in de week. Meestal op de vrijdag, vanwege de drukte op die dag.
Ik vind veel lekker wat uit een frituurpan komt. Maar zoals gezegd, houd ik het beperkt. Voor de woke lezers : Ik ben dus een pansnacksueel, een frituurpansnacksueel. De patiënt keerde na een halfuurtje weer terug. Alles is goed gegaan. Ze had niet verwacht, dat ik nog binnen zou zijn. We hebben beiden wat geleden. We zijn via de loods teruggereden naar het huisje. In de loods lag nog wat materiaal te wachten. Vandaar.