Oma en opa |
Kinderen van 74A |
Maar mijn oma niet. Oma werkte in een Chinees restaurant in Leiden aan de Oude Rijn, dat gedreven werd door de familie Fu. Het restaurant, vreemd genoeg genaamd Akademeia, was ook met een kraam vertegenwoordigd op de weekmarkt. Ze verkochten daar niet alleen overheerlijke nasi en bami, maar ook een scala aan loempia's. Daar stond altijd een mooie Aziatische vrouw achter de kraam met een gitzwart suikerspin-kapsel. Ze deed de loempia´s nog beter smaken vond ik later als tiener.
Als oma na haar werk op bezoek kwam bij ons thuis, vond ik haar altijd erg lekker ruiken. Vaak zat ze op een stoel bij het raam in de hoek van de kamer. Ik herinner me wel, dat ik met nog wat kleinkinderen met oma op stap ging. Naar de Leidse Hout en het strand in Katwijk. Maar dat gebeurde sporadisch.
Bij opa bleef het beperkt tot de kippen voeren, het hok schoonmaken en paardensla plukken voor de (kerst)konijnen. Opa maakte ook speelgoed. Dan mochten we toekijken. Met de handjes op de rug. We mochten niet het zaagsel wegblazen, want dan brak het zaagje, volgens opa. En toch brak soms het zaagje. Dan renden we hard de kamer uit, want opa werd dan heel erg boos. Dan hadden wij het gedaan. Opa was dan sergeant geweest bij het KNIL, maar als hij bloed zag, schreeuwde hij moord en brand. Dan was het net een klein kind, dat om een pleister huilt.
We mochten ook toekijken als hij een kip slachtte. En hoe dat arme beest zonder kop door de tuin rende, als ie uit opa's handen glipte. Soms ging een geslachte kip in een emmer. Die was dan voor ons bestemd.
Ik ging geregeld op bezoek, maar moest vaak mezelf vermaken. En dat was geen enkel probleem. Het was toch telkens weer leuk om even bij mijn oma en opa op bezoek te gaan.