zondag 16 maart 2014

Naar een kumpulan -2-

Terwijl hij mijn rechterhand bestudeerde, vertelde hij me aan de hand van de lijnen in mijn hand, wie ik was. Erg raar als je iemand zo hoort praten over jezelf, terwijl hij een volstrekt vreemde voor je is.
Turend naar de lijnen en lijntjes in mijn hand vroeg hij mij opeens naar mijn traumatische ervaring rond mijn vierde jaar. Ik kon die vraag niet beantwoorden, want ik herinnerde mij niets ernstigs rond die leeftijd. Maar meneer hield vol. En ik dus ook. Dus hij ging verder, nadat hij mij wat ongelovig had aangekeken. Al pratend, ik kreeg louter mij bekende zaken te horen!, kwam hij terecht op de band met mijn ouders. Een sterke band. Vooral die met mijn vader was erg sterk. Ik keek daar van op, want ik had in mijn beleving eerder een hechte band met mijn moeder. Hij zei daarover, dat mijn band met mijn moeder even wat minder is geweest. Dat waren dus mijn tiener jaren. Hij zag ook dat ik vrij lang in het nest was gebleven. Bleef de band met mijn vader over. Hij lichtte die toe met : "De band kan ook negatief zijn hoor!" Toen viel bij mij het kwartje voor wat betreft de sterke band. Al pratend kwam hij terug op mijn trauma rond mijn vierde jaar. Het had volgens hem te maken met mijn vader. Pas toen schoot me de herinnering door het hoofd, die mij al die tijd bij gebleven is. Het moment waarop mijn vader na een lange afwezigheid op zee weer thuis was gekomen. Ik zat nog op de kleuterschool. Ik was heel erg blij dat hij weer thuis was. Ik stormde de trap op en rende op hem af. Hij zat op de grond en was met wat blikjes bezig. Ik wilde hem enthousiast omhelzen. Maar mijn vader vond dat niets. Hij duwde mij weg. Ik voelde me afgewezen en ik ging teleurgesteld maar naast mijn moeder op de bank zitten. Mijn pa ontpopte zich in de loop der jaren als een erg afstandelijk man. Ik had dat altijd anders gewild. Net als mijn broers. "O, maar dat kan nog steeds", zei meneer wat geheimzinnig.
Meneer vroeg mij mijn ogen te sluiten en aan mijn vader te denken. Na enige tijd van stilte vroeg hij wat ik zag. Ik zag geen pa, alleen maar twee strepen, een licht gekleurde en een donkere. Hij legde uit : "Dat zijn de navelstrengen waarmee je met je vader bent verbonden." Daarna vroeg hij mij om de donkere, de negatieve, in mijn gedachte door te knippen. Toen ik dat deed, zag ik de licht gekleurde streng helder worden. Ik voelde me ook opeens erg raar. Wat duizelig. "Ik zie dat je de band met je vader nu hersteld hebt in louter een positieve. De licht gekleurde streng heeft nu zelfs een mooi glimmend randje gekregen. Een gouden randje", zei hij. Het gekke was, dat ik dat dus ook zag. Ik werd wat emotioneel. Een gevoel van geluk voelde ik door mijn lichaam stromen. "Ik zie een traan van blijdschap en opluchting", zei meneer toen. En dat was ook zo.