Vanmorgen kwam iemand een tuintafel ophalen. Ondanks zijn subtropische afkomst bleek hij als de dood voor spinnen te zijn. De tafel heeft demontabele poten. Toen die verwijderd waren ten behoeve van het vervoer, zaten de vrijgekomen ruimtes vol spinnennesten. Meneer gruwelde ervan. "Jeetje, dat wil ik niet in de auto!", riep hij in paniek. Hij vertelde mij dat hij ook als de dood voor kleine insecten is. Hij vroeg mij vriendelijk of ik de hoeken wilde ontdoen van de nesten. Toen we de tafel optilden om richting zijn auto te lopen, zag hij een piepklein spinnetje aan een draadje hangen. Hij liet van schrik net niet de tafel uit zijn handen vallen. Voor hij vertrok maakte hij zich al zorgen over de thuisreis. "Als er maar niet opeens een spin voor mijn gezicht hangt, of in mijn nek kruipt", zei hij bezorgd. Ik wilde nog zeggen : "Ach, een vogelspin aan je binnenspiegel is weer eens wat anders.' Maar ik hield mijn mond maar dicht.
Zelf ben ik niet bang voor die kleine beestjes. Wel voor tijgers, krokodillen en slangen. Vooral slangen. Dat zijn zulke rare beesten. Ik heb ze weleens in mijn handen gehad, maar het blijven enge beesten voor mij. Nee, dan maar een tijger.