Rijdend door de Oostvaardersplassen, over een recht stuk weg, zag ik iets roods in de verte. Mensen met minder goede ogen dan ik, zouden wellicht nuchter gedacht hebben : "O, daar ligt een boodschappentas van de C1000 op de weg." Zelf zag ik direct dat het om zo'n miezerig lage ligfiets ging, die zich op mijn rijbaan bevond en die ik relatief snel naderde. Ik week tijdig uit naar de linker rijbaan voor een inhaalmanoeuvre en zag de knalrode sigaar op wielen met een kop van een mij onbekend sigarenmerk. Dus geen Rubens, Senator, Old dutch of Rokende Jan, zoals mijn opa die rookte.
Zelf zou ik voor geen goud in zo'n doodskist de weg op willen, daar waar motorvoertuigen toegestaan zijn. Veel te gevaarlijk. Ik hield me keurig aan de toegestane snelheid, maar er zijn idioten die de wegen door de Oostvaardersplassen als racebaan gebruiken.
Het vreemde is, dat we bij kleine kinderen een enorme mast op de fiets monteren met een knalrode vlag. Dat alles is bedoeld om de zichtbaarheid te verbeteren en de kleine verkeersdeelnemer ongelukken te besparen. Maar als volwassenen geven ligfietsers vaak het verkeerde voorbeeld. Zien, maar vooral gezien worden.