Vanmorgen kwam ik zoals vaker gebeurd een groepje mensen tegen, dat op hun busje wachtte. De mensen hebben een verstandelijke beperking en wonen hier vlak in de buurt. Ik groet ze altijd en zij groeten op vaak vrolijke wijze terug. Ze komen mij aandoenlijk over. Ik moet vaak glimlachen vanwege hun standaard zinnen. Zoals : "Goede morgen meneer. Leuke hond heeft u! Die mag ik niet zomaar aaien" of "Fijne dag, meneer!" Ook wanneer ze al in hun taxibusje zitten, wordt uitbundig gezwaaid als Fenna en ik voorbijkomen. Trouwens ook door de chauffeur, want zij is een Indo. Haha!
Vanmorgen ging het er wat uitgebreider aan toe. Een van de wachtende begon te vertellen over 'het virus'. Heel serieus vertelde ze hoe ze moesten handelen. Alsof ze het uit haar hoofd had geleerd, somde ze de preventieve maatregelen op. Van vaak handen wassen tot aan hoesten in de elleboog en afstand bewaren toe. Prachtig! Ik vroeg haar of we elkaar de hand mochten schudden. Ook daar wist ze het goede antwoord op. Zij niet alleen, de anderen riepen samen met haar in koor : "Nee, je moet je elleboog gebruiken!" Alle antwoorden werden begeleid met fysiek voorbeelden. Dus het was een en al beweging daar op straat. En enthousiasme, om even te laten blijken dat ze over de benodigde kennis bezitten. Ze gaan weer naar de boerderij. Ook daar moeten ze geregeld hun handen wassen, zo vertelden ze. Ik wenste hen een mooie dag toe en zij ons weer een fijne dag. Ja, ook Fenna werd niet vergeten.