Vrijdagmiddag stond ze voor de deur. Een flinke stap, want eerder had ze te kennen gegeven dat ze het moeilijk vindt hulp te vragen. Ze was zelf aan de slag gegaan met het weigerende knipperlicht van haar auto. Het lampje was nog in orde, maar ze kon de oorzaak van het euvel niet vinden. Niet veel later stond ik achter haar auto. De beide kapjes van de achterlichtunits waren verwijderd. Ze vroeg mij of ik haar wilde vertellen wat ik aan het doen was. Dan kon ze ervan leren, zei ze. Dus dat deed ik. Onder begeleidende tekst draaide ik voorzichtig het oranje lampje uit de fitting. Ik voelde gelijk dat het nogal losjes in de fitting zat. De gloeidraad was nog heel (al zegt dat niet alles). Ik zag dat de fitting wat gecorrodeerd was. Wat wil je met een auto uit 1996. Met een schroevendraaiertje krabde ik het wat schoon. Daarna heb ik het lipje waar de lamp met de onderkant op komt voorzichtig wat naar boven gebogen. Zo maakt het beter contact, hoopte ik. Ik draaide het lampje weer in de fitting en vroeg haar de richtingaanwijzer aan te zetten. Even later riep ik in hoerastemming : "Hij doet ut!" Ze kwam voor de zekerheid even kijken en slaakte een zucht van opluchting. "Nu kan ik vanavond met een gerust hart op pad", zei ze vrolijk. Ze bedankte me voor de les en de hulp. Maar we waren nog niet klaar met elkaar. Ze wilde heel graag de camper van binnen bekijken. Die staat naast
|
Om het dikke salaris van directies te steunen? Neen! |
haar auto geparkeerd. Altijd weer leuk om enthousiaste reacties te horen.
's Avonds werd Willem zonder waterpomptang gebeld, omdat een lampje boven een aanrecht het begeven had. Dat was in een mum van tijd vervangen, tot vreugde van oma. Ach ja, ik kan zo'n ouder iemand toch niet op een stoel laten klimmen?
Op deze manier mensen helpen bevalt me prima. Ik weiger financiële steun te verlenen aan wie dan ook. Ten eerste komt een groot deel van het geld niet daar terecht waar het voor bedoeld is. Ten tweede zie ik het als een taak van de overheid. Die heeft de zorg flink afgebouwd. Het zou van de gekke zijn, indien ik geld geef voor zorg aan anderen, terwijl ikzelf al moeite heb met al die bezuinigingen. Ik geef dus geen geld aan dat soort zaken en onderzoeken. De overheid lacht immers in haar vuistje, als anderen dan zij het doen. Dan is er weer extra geld voor minder belangrijke zaken bedoeld voor het opkrikken van het eigen cv van de dames en heren politici. Ik steun het beleid van onze overheid dus niet.