De route via Oudesluis richting Medemblik is mij al eerder uitgelegd door mijn zwager Jan van B te A. Met de kopie van de kaart op de tank, zoek ik me een weg door het mooie polderlandschap. Dit keer met vooral links een lange, gras groene dijk waar met weinig geschreeuw en veel wol kuddes schapen grazen. Onderweg schiet ik nog wat digitale plaatjes. Ik rij via Kolhorn en de N242 naar de N239. Dan steek ik de A7 over en passeer de twee schoorstenen van de grasdrogerij van de familie Hartog uit Abbekerk. Je weet wel, van de Witte Reus, die op zijn Nimag Suzuki in de 500 cc klasse flink tekeer ging. Totdat hij als fabrieksrijder in het team van Barry Sheene ging racen. Wereldkampioen is Wil niet geworden en voor hem reden om tamelijk abrupt zijn Suzuki aan de wilgen te hangen. Een vreemde gewaarwording. Er is ook een museum aan hem gewijd.
Vlak voor de oversteek naar Flevoland pauzeer ik bij het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Daar geniet ik van het uitzicht. Ze heet -volgens het naamplaatje boven haar linker borst- Jessica en neemt met een glimlach mijn bestelling op. Ze knipoogt steeds als ze naar me kijkt. Ze doet het zo vaak, dat ik denk dat het een zenuwtrekje is. Of een vuiltje.
Ik geniet van mijn thee met minuscuul crisiskoekje. Straks nog de dijk over en dan ben ik weer beneden peil. In Flevoland. Als Jessica afrekent met een knipoog, zeg ik als afscheid : "Het komt allemaal goed". Ze kijkt me verbaasd aan. En zowaar : ze knipoogt niet meer.
De rit over de dijk verliep rustig. Net als op de heenweg heb ik geen enkele inhaalmanoeuvre gedaan. De enige keer gedurende de hele rit was ergens tussen Medemblik en Den Oever, toen een trekker ons tempo dreigde te verstoren. Tevreden als ik was over mijn werkpaard heb ik thuis eerst zijn warme ketting ingesmeerd met speciaal vet. Dat had ie na deze rit wel verdiend. Jessica swingt nog door mijn hoofd. Wat een schitterend nummer :