maandag 1 april 2013

Mijn gitaar


Sinds mijn vroege jeugd heeft muziek mijn leven gevuld en beheerst. We beschikten niet alleen over een radio, maar ook over een heuse Dual draaitafel, waarop 45, 78 en 33 toeren platen afgespeeld konden worden. Dat fraaie ding had ook een wisselaar. Die bood de mogelijkheid om een stapeltje platen achtereen te laten afspelen. Al bleef het een vreemd gezicht om die kras gevoelige platen op elkaar te zien vallen.
Als jonge tiener wilde ik gitaar leren spelen. Maar de lessen van mijn oom Henk vielen mij zwaar. Als ik die vergelijk met de lessen die kleinzoon Tim nu krijgt, dan is er een hemelsbreed verschil in moeilijkheidsfactor.
Een paar jaar na de echec ging ik zelf aan de slag met de steelpan, zoals mijn pa het instrument steevast noemde. Ik keek goed naar ervaren gitaristen en speelde hen na. De meeste liedjes waren eenvoudig na te spelen door slechts drie akkoorden te gebruiken. Later kwamen meer akkoorden bij. Ook solostukken vond ik leuk om na te spelen. Al ben ik daar nooit zo diep op ingegaan.
Vooral in mijn tiener jaren speelde ik veel gitaar. Samen met zwager Jan en mijn broers. Die jamming sessies op verjaardagen of andere momenten waren altijd wel leuk. Vooral omdat we van dezelfde soort muziek hielden. Zelf heb ik nooit ambities gehad om met de muziek mee te gaan. "Daar verdien je geen cent mee", zei pa waarschuwend. En die waarschuwing heb ik toen (te?) serieus opgevat.
Kleinzoon Tim vroeg mij onlangs : "Opa, speel je nog gitaar?" Ik moest even slikken. Tegenwoordig speel ik nauwelijks nog gitaar. De steelpan hangt aan de muur te hangen. Soms pak ik hem, stem de snaren, probeer wat te spelen en hang hem dan snel weer terug. Sinds het overlijden van mijn broers en zwager lukt het niet meer. Wat ik ook probeer. Zelfs toen Tim aan de gitaar begon, kon opa zijn oude gitaar niet oppakken. Als ik in het voorbij lopen met mijn vinger langs de snaren ga, hoor ik gepingel. De muziek die er ooit inzat is al lang verdwenen. Samen met mijn broers en zwager. Therapeuten van mij wijten de blokkade aan een 'psychologisch slot'. Ik noem het gewoon 'De dood'.