dinsdag 16 april 2013

Een retour Apeldoorn


Vanmiddag besloot ik spontaan weer eens naar Apeldoorn te rijden, om daar familie op te zoeken. Na een kleine controle van de CBX en een pietsie olie bijvullen ging ik op weg. Op de N302, de weg die Harderwijk met Lelystad verbindt, merkte ik pas dat er een flinke wind stond. Soms met wat vlagen. Als ik zo'n straffe wind op de kop heb, is dat minder vervelend dan van opzij, zoals vandaag. Af en toe flink hangen tegen de wind en dan vlug weer de balans herstellen als de wind wat minder werd door bijvoorbeeld struiken en/of bomen of tegenliggers. Vooral vrachtwagens kunnen voor grote verschillen zorgen. Of je krijgt een dreun of de wind is opeens even weg.
Ik bleef de N302 volgen tot de N344 richting Apeldoorn. Dat is een veel leukere route dan die over de A1 die een kilometer verderop parallel aan deze weg ligt. Tot dan viel het rijden mee. Het was relatief rustig op het asfalt. Koud was het zeker niet. De N344 is een fraaie weg, die door heuvelachtig gebied loopt. Vrij snel kreeg ik kilometers lang wegdek te zien in een glooiend landschap. Ik kreeg opeens de neiging om het gas flink open te draaien. Maar ik wist me te beheersen en hield hield de naald op 80. Toen ik bij de bekende / beruchte Naald aankwam ging ik linksaf, richting Zwolle. Zover zou ik niet komen, want al vrij snel was ik op de plaats van bestemming : bij mijn tante Carla.
Toen ik de CBX op de oprit had geparkeerd, zag ik een schim van haar achter het folie dat op het raam is geplakt. Ik keek over de folie heen zag dat ze aan het lezen was. Zachtjes tikte ik met mijn sleutel op het raam. Maar dat was toch hard genoeg om haar te laten schrikken. Maar haar gezicht veranderde direct toen ze mijn lachend hoofd zag. Ik zag aan haar lippen dat ze mijn naam twee keer riep. Even later deed ze de deur open en volgde een hartelijke begroeting over en weer.
Eenmaal aan de thee, in het bijzijn van een fleurige bos gele rozen, ontspon zich een gezellig gesprek waarin allerlei familiezaken de revue passeerden. Tante is nog opvallend vitaal en helder van geest. Gezelligheid kent geen tijd. En dus vloog de tijd voorbij. Voordat ik weer vertrok liet ze me haar tuin met de twee kippen en de vijver met goudvissen zien. Ik merkte aan haar enthousiasme, dat die tuin een belangrijke afleiding voor haar is. Ze vroeg me nog nadrukkelijk om vooral de lieve Belgische tak de groeten van haar te doen. En natuurlijk de rest van de familie ook. Waarvan akte. Ze wenste mij op een warme manier veel sterkte toe.
De terugweg verliep voorspoedig. Een paar spatten regen op het vizier was alles. Ik reed voor de spits uit en keerde na een ontspannende rit weer gezond en wel terug aan de Ringdijk.