Voordat ik in een depressie geraakte verkeerde ik in een fase van ontkenning. Ik mankeerde immers niets, hield me flink en ging quasi vrolijk gewoon verder met mijn leven. Toen ik in de depressie tuimelde, gaf ik anderen de schuld van mijn toestand. Die nare directies die het bedrijf failliet lieten gaan of reorganiseerden, de directeur die mij vals beschuldigde en de inbrekers die de winkel leeg roofden. Maar ook de kanker en de hart en vaatziekte, die mijn dierbaren hadden weggenomen.
Ik was nog aan de antidepressiva, toen ik erachter kwam dat ik mezelf niet was. Ik leefde als een zombie. Door links en rechts me te oriënteren, besloot ik te stoppen met die medicijnen. Ik heb ze tegen de wil in van de huisarts afgebouwd. Ik zag ze als bestrijders van symptomen. Ze pakten de bron van mijn ellende niet aan. Ik wist dat het stoppen betekende, dat ik een gevecht aan moest gaan. Een gevecht tegen mijzelf. Want ik was erachter gekomen, dat ik alleen de schuld was van mijn eigen situatie. Ik had mezelf geen tijd en gelegenheid gegund om al die andere zaken te verwerken. En ik alleen kon mezelf genezen.
Aldus kwam ik bij therapeuten en psychiaters terecht. De confrontatie met mijn eigen ikkie was keihard. Ik moest zaken erkennen, herkennen en eraan gaan werken. Het lastigste was het tonen en laten gaan van mijn emoties. Ik ben immers opgevoed vanuit de gedachte dat jongens niet huilen en altijd flink moesten zijn. Die emoties drukte ik gewoontegetrouw weg. De huilbuien van mijn ongeneeslijk zieke broer heb ik dan ook als heel erg ervaren. Maar hij zei dat hij dat inmiddels had geleerd dat huilen mag.
Toegeven aan mijn emoties viel zelfs na vier keer ontslag, even zoveel overlijdensgevallen en twee inbraken niet mee.
Ik heb mezelf tot aan de grond moeten afbreken om me vervolgens weer opnieuw op te bouwen. Het heeft me wel goed gedaan, al moet ik bekennen dat er flinke littekens overgebleven zijn. En helemaal de oude word ik niet meer. Ik kan wel gemakkelijker over mijn emoties praten en ze laten gaan. Mijn incasseringsvermogen is ook sterker geworden. En dat is maar goed ook.Want de wereld is mijn stekkie en die draait door.