maandag 15 april 2013

Over ondergoed en jenever

Wimmie en Petertje
Zoals zoveel moeders was ook mijn mamma lief, zorgzaam, streng doch rechtvaardig. Ze had ogen op haar rug en achter al het behang in de kamers had ze oren zitten. Ze gebruikte ook lichaamstaal. Een oogopslag of een gelaatstrek deed haar spreken. 's Avonds was een blik op de klok voldoende om te weten dat ik haar een nachtzoen moest geven, 'welterusten, mamma' moest zeggen, naar de wc moest gaan voor mijn laatste plas, mijn toet moest wassen en zonder gemor de trap op en naar bed moest gaan. En dat alles door slechts één blik.
Omdat we meestal alleen op de zaterdag in bad gingen (in een zinken teil) maakte mijn mamma zich soms zorgen. Als ik in de tweede helft van de week buiten mocht spelen, stelde ze vaak een voorwaarde : "Doe wel eerst schoon ondergoed aan. Als je in het ziekenhuis terechtkomt, schaam ik me dood!"
In het begin heb ik mijn Jansen & Tilanus'onderbroekje (volgens het label onderkleding sinds 1869) weleens uit nieuwsgierigheid tegen het licht gehouden. Geen remsporen, zoals bij de Hollandse jongens in de klas. Logisch, want die kenden geen 'bottle' of Indische douche. Die veegden hun gat af met dat afgekeurde naoorlogse schuurpapier.
Sommigen hadden dikke bruine plakkaten in de broek zitten, die niet bepaald fris roken. Maar goed, er zaten soms wel gele vlekken in mijn J&T'je. Maar dat komt omdat ik op school vaak niet even naar het urinoir mocht. "Dat had je voor schooltijd moeten doen, Wimmie!", zei juf boos als ik twee vingers opstak. Dus was het ophouden geblazen. Dat kon ik ondanks wat druppels toch beter dan Petertje van L. Ik zat naast hem in de schoolbank en hield hem goed in de gaten.Als hij begon te wiebelen moest ik met mijn kont van de zitting, anders voelde ik mijn broek heel langzaam warm worden. Petertje durfde nooit twee vingers op te steken. Daar was ie te verlegen voor.