Lefty & Pancho |
Hoewel we veel binnen moesten blijven en vriendjes niet thuis mochten komen, was elk moment buiten een feest voor mij. Al was het slechts om bij de kruidenier op de pof een boodschap te doen. Het geluk was met mij, want in de eerste klas van de lagere school kreeg ik een vriendje wiens ouders er geregeld op uit trokken. Ik mocht vaak mee. Naar het naoorlogs Duitsland. Ze kampeerden op de ouderwetse manier in een tent en kookten op houtvuur. Ik vond het niet alleen prachtig, het gaf me ook een gevoel van rust en vrijheid. Mamma had veel moeite mij te laten gaan. Ze huilde als ik afscheid nam. De eerste dag had ik daar vaak last van, maar daarna genoot ik van mijn vrijheid. Als ik weer thuiskwam, huilde mamma weer. Of was het nog steeds?
Minder leuk was de manier waarop ik mijn linkshandigheid moest afleren. Ik heb daarvoor flink wat tikken met een liniaal op mijn begaafde hand gekregen. Ook ook straffen in de vorm van extra schrijfopdrachten (50 keer Ik moet met rechts schrijven) en schreeuwerige preken. Ik denk dat toen de kiem gelegd is voor een zekere mate van boosheid, verzet tegen autoritair gedrag en teleurstelling. Ik werd gestraft voor iets, wat voor mij normaal was. Net als de klappen die ik op straat kreeg vanwege mijn uiterlijk. Maar van binnen bleef ik onaantastbaar. Tenminste, zo leek het.
Duitsland 1957 |
Ik moest vaak op mijn jongere broer passen. Ruud was een wildebras, een durfal, een guitige boef. Ik voelde me erg verantwoordelijk voor hem als we samen naar buiten gingen. De wijde wereld in. Terwijl Ruud de meest wilde dingen uitspookte, dacht ik na over de eventuele gevolgen en de straf die mij boven het hoofd hing. Soms temperde ik hem, maar eigenlijk genoot ik best van zijn gekke, gewaagde ondernemingen. Hij kwam er telkens mee weg. Ik denk door zijn ondeugende lach en de kuiltjes in zijn wangen. We kwamen desondanks bijna altijd samen weer thuis. Bijna, tot voorjaar 2001. Toen kwam ik alleen thuis en moest mijn lieve mamma voor het eerst vertellen, dat ik mijn broertje was kwijt geraakt. Overleden aan darmkanker. Mijn lieve mamma huilde weer. Ik ook. Maar dit keer zou het verdriet niet meer overgaan.
Van dat avontuurlijke van mij is sindsdien niet zoveel meer terechtgekomen. Dat vuur is deels gedoofd door tranen. 'Pancho' is niet meer. Andere dierbaren volgden hem. Maar nu ik weer op een keerpunt in mijn leven sta, is Lefty zijn avontuurlijk vuur aan het aanwakkeren. Met mijn linker hand heb ik de deur naar buiten wagenwijd opengegooid en mezelf aangemoedigd : Ride on, Lefty! Ride on!