Tijdens mijn loopbaan kwam ik ook baasjes tegen. Een baasje is iemand die louter vanuit de hiërarchie leiding geeft : "Ik ben de baas!" Ik noemde het politieagent spelen. Ze hadden allen het idee alsof hun personeel voor hen werkte. Dat is natuurlijk niet zo. Het is namelijk andersom. Iemand die leiding geeft houdt zijn mensen gemotiveerd, maakt ze enthousiast, stimuleert en coacht en zorgt voor een fijne werkomgeving door te faciliteren.
Een baasje houdt een functionerings- of beoordelingsgesprek bij hem op kantoor. In het hol van de leeuw, zodat hij psychologisch een voorsprong heeft ten opzichte van zijn slachtoffer medewerker. Iemand die goed coacht doet dat op neutraal terrein.
Zo'n gesprek voert een baasje alsof het een rechtszaak betreft : tegenover elkaar. Soms krijgt de medewerker niet eens vooraf inzage in de bevindingen van de baas. Ook weer bedoeld om een voorsprong te houden. Alsof het een wedstrijd betrof. Een coacht beseft dat het werk wat gedaan wordt in een samenwerkingsverband gebeurt. Dus zit hij naast de medewerker. De gesprekken zijn bedoeld om tot nog betere resultaten te komen. Niet om iemand af te branden, al is de waarheid soms hard. Zelf vroeg ik de medewerkers of zij zelf van hun kant op- of aanmerkingen hadden op mijn functioneren. De vraag stond niet vermeld in de formulieren. Dat vonden met name andere leidinggevenden not done.
Baasjes dus. Honden hebben wel een baas. Ik zeg tegen Fenna : Zit!, Hier! Af! enz. Ik ben er voor Fenna. Met mensen doe ik dat niet. Die hebben behoefte aan een leider die beseft dat het de mensen zijn die de klus klaren en dat het om teamwork gaat. Ik was er voor hen.