Het was gisteren te merken, dat het weekend en daarmee voor velen de vakantie aanbrak. Er kwamen meer gasten de camping op. Onder hen opvallend veel fietsers, die hier een nachtje hun tentje opslaan. Maar ook campers en caravans die blijkbaar op doorreis zijn.
Vanmorgen, zaterdagochtend, zijn we weer op onze tweewielers gestapt. Dit keer met het plan om langs de Elbe te gaan fietsen. We zouden aan deze kant van de rivier blijven. We hadden net de camping verlaten, toen er plotseling een hondje keffend van de andere kant van de weg op ons af kwam rennen. Een vervelend moment, want Fenna liep naast Sonja aan de riem. We stopten dus. De eigenaar maakte een hoofd- en handbeweging die aangaf dat de hond niets doet. Tja, daar hebben we niets aan, want weet die hond dat ook? Wij kennen dat beestje niet. Wel dat soort aso eigenaren. We stapten weer op toen het hondje weer terugliep. Nog voor Lauenburg (liggend aan de overkant) kwam een oude stoomboot met toeristen voorbijvaren. De zwarte rook uit de schoorsteen en de geur van steenkolenvuur bracht me terug naar de jaren 50. Wat een nostalgie. De boot was net van een steiger in Lauenburg vertrokken.


van de Duitse Post reed met behoorlijke vaart achteruit van een erf, terwijl het zicht voor de bestuurder slecht was vanwege het groen rond het erf. Gelukkig zagen we hem op tijd, we remden en stapten af. Pas toen de bus achteruit de weg opreed, zag de chauffeur ons. Hij zei niets, terwijl wij daar stonden te wachten. Een vreemde rijstijl langs een weg waar veel recreatiefietsers rijden. Ach, soms schieten gedachten bij mij naar boven die te maken hebben met mijn naoorlogse jeugd. Op de vorige camping was iemand een boom aan het snoeien, waarbij gebruik gemaakt werd van een hoogwerker. De dieselmotor draaide al die tijd. Reden voor Sonja om te zeggen : “Nog even en we worden hier vergast.” Ik reageerde nogal primair met : “Het blijven Duitsers hè?” Lelijk, ik weet het. Maar toch ook wel weer leuk.
We waren net terug bij de kampeerbus, toen er een bui viel. We hoorden in de verte gerommel, maar een onweersbui bleef ons bespaard. Inmiddels schijnt de zon weer en de temperatuur is ruim boven de 20 Celsius. Er staat hier een camper met een dubbele achteras. Het front lijkt erg veel op dat van onze bus. Er zit wel een grotere motor in, een 2.8 JTD. Dat moet wel als je zo’n gewicht wilt verplaatsen. Vaak gaat men er vanuit dat de bestuurder een groot rijbewijs moet hebben. Maar dat heeft eerder te maken met het gewicht.