Mijn pa was weliswaar erg afstandelijk, maar dat nam niet weg dat ie ook voor ons zorgde. Ik herinner me de kaartspelletjes die hij soms met ons deed. Hij kwam ook een keer met het papieren spelletje, dat Zeeslag heette. Pa had een speciale manier om van zijn waardering blijk te geven. Dat was niet door iets te zeggen, maar door iets te geven. Zoals een voetbal en later, op Curaçao, een windbuks. Weer later nieuwe fietsen. Zo kon ik zelf een maand eerder dan verwacht mijn eerste motor kopen. De laatste spaartermijn, ik had bijna 16 maanden lang 100 gulden van mijn soldij van 225 gulden gespaard, had hij zelf bijgelegd.
Ik ben in de loop der tijd alsmaar nieuwsgieriger geworden naar die afstandelijke Marineman en beetje bij beetje begrip te krijgen voor zijn houding. Soms tot ergernis van mijn broers. Ik kreeg zelfs het gevoel dat de deur bij hem op een kier kwam te staan. Dat was toen hij aan prostaatkanker leed. Hij begon steeds meer met mij te praten. Ja, de deur ging langzaam open. Toen ik op een dag zelf de deur opende, lag hij opgebaard op bed. Pa was niet meer.
Vanaf toen kreeg ik een soort dwang zijn leven te doorgronden. Ik sprak met zijn beide broers, andere familieleden en kennissen en een voormalig collega. Bij Defensie vroeg ik zijn staat van dienst op. Ik dacht ook vaak terug aan opmerkingen die hij maakte. Losse flodders, zo leken ze toen. Maar het waren stukjes van de grote puzzel. Herinneringen, foto's en verhalen, die alle samen stukjes van de grote puzzel vormden. Veel stukjes over een nare jeugd en een nare tijd bij de Marine (inclusief de oorlog). Toen die puzzel klaar was, zag ik pa. Pa zoals ie was en voor mij altijd zal blijven; een ruwe bolster met een beschadigde, blanke pit. Een vader die er wel degelijk was voor zijn gezin. Op zijn vaak onbegrepen manier.