Het was vanmorgen weer vroeg. En dus stil op straat toen ik weer al wandelend zwerfvuil aan het opruimen was. Op een mij bekende parkeerplaats bij een of andere sport- annex opvanggebouw De Landing, was ik weer relatief veel afval aan het opruimen. Veel eer van mijn werk had ik daar niet, want er lag een ware zee van sigarettenpeuken aan de rechterkant van de parkeerplaats. Al wandelend hoorde ik een voertuig aankomen, dat hoorbaar geen gewone auto was. Het was zo'n veegwagen van de gemeente. We arriveerden beiden tegelijkertijd bij het kleine winkelcentrum. Ik plukte het afval uit het groen van op de stoep, terwijl de man in de veegwagen de grote open stukken deed.
Ik maakte maar gelijk van de gelegenheid gebruik. Ik vroeg hem of ie ook aan verzoeknummers deed. Dat deed hij mits het in de buurt is. Ik vertelde hem over de sigarettenpeuken aan de overkant op de parkeerplaats. Hij zei dat dat voor mij inderdaad geen doen is om die allemaal op te ruimen. Hij wilde daar wel even vegen. Ik bedankte hem en zette mijn ochtendwandeling voort. Op de terugweg zag ik de veegwagen op de parkeerplaats. Meneer zal best wel geschrokken zijn van die zee van peuken. Het is voor mij de smerigste plek van de wijk. Daar gooit men van alles en nog wat uit de auto.
Al wandelend en verzamelend richting huis, werd ik uit mijn gedachten getoeterd. Een meneer in een bestelbus ging naar zijn werk. Hij vond het nodig om zijn vertrek luid toeterend te moeten vieren. Niet leuk zo vroeg op de ochtend als van veel ramen van de rijtjeswoningen de gordijnen nog dicht zijn.
Er is daar een woning waarvan de tuin en de directe omgeving op een vuilstortplaats lijkt. Wat een bende! Daar beperk ik me enkel tot het afval wat daar op straat ligt. De rest laat ik liggen, want alles opruimen is een gevecht tegen de bierkaai. Die woning mag zich beroepen op de rommeligste en met het meeste afval. Maar om daar nou zo trots op te zijn...
Nu de vakanties gaande zijn, ligt er relatief veel afval op andere plekken. Zoals op en rond speelvelden en hangplekken.