Na een aantal mislukte pogingen, is het mij gisteren gelukt een nicht van mij te ontmoeten. Ze woont zelf in Amsterdam, maar ze wilde mij introduceren bij een halfzus van mijn vader. Samen met nog een zus Julia, die in Amerika woont en een broer in Nederland, zijn zij de enige nog in leven zijnde gezinsleden van het gezin Jansen waarvan mijn biologische opa het hoofd was. Opa Jansen was de vader van mijn vader.
We hadden op het station van Weesp afgesproken. Daar kwam mijn nicht met 9 minuten vertraging aan. na een hartelijke begroeting hebben wij eerst in de restauratie wat gedronken en met elkaar gesproken. Ik had twee fotoalbums meegenomen, die we daar wat hebben doorgenomen. Haar vader was een halfbroer van mijn vader. Ze kerkende direct aan het uiterlijk van mijn vader, dat hij een Jansen is.
Na de thee zijn we naar tante gereden. Dat werd een zoektocht. Thuis had ik al op de laptop een gedetailleerde kaart bekeken en gezien dat het adres net buiten Weesp was. Ondanks de TomTom en de telefoon, die beiden de weg en het huisnummer wel herkenden, konden we het adres niet vinden. Dat had deels te maken met de herinrichting van het gebied met veel nieuwbouw en deels met het slechte weer. Er vielen flinke regenbuien, die ons bijna het zicht ontnamen.
Dankzij wat telefonische begeleiding van een andere nicht kwamen we alsnog op het juiste adres aan. Het was weliswaar nieuwbouw, maar het stond op een boerenerf, zo leek het. De weg was ook een smalle boerenweg, die iets breder was dan de auto. We bleken er twee keer te zijn langsgereden, zonder een signaal in de zin van : bestemming bereikt.
Het was een wat voorzichtige kennismaking. Tante Mady keek mij wat ongelovig aan. Maar dat kwam, naar later bleek, dat zijn dat dat ik haar halfbroer was. Ze is in de 90 en niet meer zo helder van geest. Ik ontmoette daar twee dochters van haar en twee kleinkinderen van een van hen.
Het was erg gezellig en zeer interessant om uit die hoek van de familie verhalen aan te horen.