zondag 17 mei 2020

Mijn kamer

Toen de meesten van mijn broers en zusters uit huis waren, kreeg ik de beschikking over een vrij ruime slaapkamer. Dat was rond 1973. Toen dat gebeurde heb ik de kamer naar mijn smaak ingericht. Het werd een soort zit- slaapkamer met een bed, een tafel en een schommelstoel. De tafel was een ronde eettafel, waarvan ik de poten ingekort had. Dus werd het een uitschuifbare salontafel. Ik had ook wat stereoapparatuur staan om mijn vinyl platen te draaien. De set bestond uit een versterker, een draaitafel en twee flinke boxen. Een deel ervan had ik van een vriend overgenomen.
Ik had ook een oude Philips tv op de kamer staan. Inmiddels had de kleuren tv zijn intrede gedaan en zodoende kon ik goedkoop aan een oud zwart-wit model komen. Compleet met een grote knop aan de zijkant, om kanalen te zoeken. Er waren er slechts 2. Er was ook een extra kastje om het tweede kanaal,  Nederland 2, te kunnen ontvangen.
Aan de muur hingen affiches van Levi en Wrangler, sportwagens en van weg- en racemotoren (natuurlijk). Er hing ook een gedetailleerde poster van de maan en een prikbord met o.a kaartjes uit Roemenië. Er hing ook een soort boekenrekje van metaal. De gekleurde plankjes waren net breed genoeg voor pocketboekjes. Ik las trouwens niet eens boeken. Ik was meer van de tijdschriften. Die kamer was mijn eigen leefruimte totdat ik eind 1975 definitief uitvloog.
Ook nadat ik getrouwd was hebben Sonja en ik onze huisjes dusdanig ingericht, dat we er ons thuis voelden. Aan dat samen inrichten werd ik later en onlangs een paar keer herinnerd. Het waren alle momenten, waarop stelletjes hun eerste woning kregen. Van hen was er in beide gevallen slechts één bezig was met het inrichten van het huis. Nou, dan weet ik al weer genoeg. Mijn conclusies werden bevestigd, toen de niets-doeners plots de relatie verbraken. Ze waren er dus nog niet aan toe, al hadden ze er wel de mond vol van.