Later, als ouders, bezochten we geregeld (om de week) met de kinderen ook onze ouders, hun oma en opa. Onze eigen opa en tante (overgrootouders) waren er niet meer. Ouders van onze generatie hebben zeer sporadisch op onze kinderen gepast. Zij / wij regelden alles zelf. Dat was natuurlijk schipperen met vrije dagen en dagindelingen. De kinderwens was enigszins te vergelijken met de aanschaf van een hond : bezint eer gij begint. Komt bij dat een hond nooit zelfstandig wordt, dus zijn hele leven aandacht en zorg vraagt. Tegenwoordig zijn er honden uitlaatdiensten en crèches.
Het zijn andere tijden geworden. Oma's en opa's zijn tegenwoordig alleen in beeld als er iets bij hen te halen valt of van hen verwacht wordt. Dat is meestal oppassen. Niet alleen op vaste dagen, maar ook als er sprake is van ziekte en/of een uitstapje of vakantie zonder kinderen. Wat staat daar tegenover?
In elk geval niet gezellig even op bezoek komen om bij te praten en/of een
Een andere oppas oma klaagde eens : "Ze zitten de hele dag met hun telefoon te spelen. Maar een kaartje of bloemetje sturen is er ook al niet bij. Ik ben alleen in hun gedachte als ik moet oppassen."
Wat bij ons nog een beetje overgebleven is, is de frietdag op vrijdagen. Maar ook die bijzondere dag begint aardig in het slop te geraken, want oma en opa zijn zelf niet van die frieteneters. Het is flink wennen aan die veranderingen. Hopelijk gaat het een keer lukken.