donderdag 29 mei 2014

Terug naar Het Groene Hart -3-



We besloten na 18 jaar afwezigheid op een vertrouwde plek te parkeren : Klein Amerika. De parkeerplaats ligt bij de bibliotheek en op loopafstand van het centrum van Gouda.
We staken wederom met Fenna de singel over en wandelden het centrum in. Het leuke van Fenna is, is dat ze niet zeurt. Dus geen 'ik wil een ijsje' of 'ik moet plassen!' of 'ik ben moe!' Ze liep keurig aan de riem mee en was merkbaar in een haar onbekende omgeving. Ze snoof voortdurend geurtjes op en keek nieuwsgierig om zich heen. Het is nog steeds redelijk droog.
We wandelden naar de Markt, waar het fraaie oude stadhuis staat. Daarna doken we een steegje in, omdat Sonja naar 'haar winkeltje' wil. Het is een bakkerij waar het accent op stroopwafels ligt. We dronken daar geregeld een kopje thee en kochten daar uiteraard onze stroopwafels. En een zak snippers. Dat ritueel werd ook nu herhaald. We ploften buiten onder een luifel neer en genoten van een heerlijke kop warme thee met (gratis) stukje stroopwafel. Fenna lag onder de tafel te suffen totdat ze werd ontdekt door een oudere meneer. Die wilde haar per se aanhalen, wat Fenna niet op prijs stelde. Ze begon te blaffen en te grommen, maar meneer, die duidelijk geen verstand van honden had, bleef doorzetten. De man was ook eigenwijs, want hij nam mijn advies -de hond met rust te laten- niet over. Gelukkig werd hij door zijn vrouw gesommeerd de winkel in te gaan. Tja, iemand moet toch de beurs trekken.
We wandelden vervolgens door de stad. De momenten van herkenning wisselden elkaar vlot af. Zelf heb ik een tijd in Gouda gewerkt, tegenover het station. Ik was tijdelijk door Olivetti gehuisvest bij Informatikum, het automatiseringsbedrijf van de Goudse Verzekeringen.
Toen we een stukje over de Korte Vest liepen, kon ik het niet laten om toch even op naambordjes van een appartementengebouw te kijken. En ja hoor, mijn voormalige Fiducia compagnons Ron en Gerda woonden daar nog steeds. Helaas was het geen geschikt moment om even aan te bellen. Maar wie weet.
Het begon inmiddels steeds harder te regenen. We wandelden daarom weer richting Klein Amerika. Daar aangekomen waren we ent op tijd, want het regende pijpenstelen. Fenna werd even goed afgedroogd met haar eigen handdoek en viel ras na vertrek in slaap op de achterbank. Geen gezeur van 'Ik ben misselijk', of 'Zijn we al bijna thuis?' of  'Het duurt zo lang!' Leve Fenna!