 |
| Als hoofd EDP 1973 |
We naast gewone lessen deden we ook cases, waarin we moesten achterhalen hoe bedrijfsprocessen in elkaar staken en welke eisen en wensen men had op het gebied van de informatievoorziening. Tijdens die gesprekken (de rollen werden gespeeld door medewerkers van Bull) kreeg ik telkens weer te horen, dat het hoofd Logistiek een enorme druiloor was. Een nare man met een grote mond. Een dwarsligger die eigenlijk al lang geleden ontslagen had moeten worden. Aan het eind van die week had ik een gesprek met die engerd.
Toen het zover was dat ik die nare kerel moest interviewen ten behoeve van een logistiek concept, bleek hij een erg leuke man te zijn die vergeleken met de voorgangers (zijn collega's) heel deskundig was en hard werkte. Het leuke was dat bij het terugzien van de opnames van dat gesprek, ik in eerste instantie me erg voorzichtig en gereserveerd opstelde, maar al snel geanimeerd met hem in gesprek was. Ik had me laten beïnvloeden door de uitlatingen van mijn vorige gesprekspartners, aldus de beide docenten. Een grote fout.
Toen ik zo'n tien jaar later aan de Haagse Hogeschool Bedrijfskundige Informatica studeerde, kwam ik zowaar een van de twee docenten weer tegen. Hij gaf nog steeds les in communicatieve vaardigheden, interview- en presentatietechnieken. De wereld is klein.