donderdag 15 mei 2014

Geen vertrouwen in de kerk


RK kerk Zoeterwoude
Als kind ben ik kerkelijk opgevoed. Ik ging naar christelijke scholen, naar de zondagsschool,  de kerk en naar catechisatie. Thuis stonden twee boekdelen van de Bijbel in de boekenkast, het Oude en Nieuwe testament.
Als kind vond ik de verhalen en liedjes prachtig. Maar naar mate ik ouder werd, veranderde de beleving. Na de zoveelste kerkdienst kwam ik erachter, dat ik niet als een ander mens de kerk had verlaten. Terugkijkend op mijn christelijk leven, zag ik eigenlijk één groot bezwaar : het was alsof ik in veel situaties overlopen werd. Als een soort watje behandeld werd. Een softie.
Het feit dat in gespreksgroepen geen ruimte was voor zaken als de evolutietheorie en wetenschap in het algemeen in relatie tot het geloof, deed mij besluiten af te haken. Maar ik bleef wel lid van de kerk.
Later, toen ik het huis had verlaten, werd ik louter aan de kerk herinnerd door de acceptgirokaarten die in de brievenbus vielen. Zelfs na aankomst als nieuwkomer in een andere gemeente. Geen mensen van de kerk die mij welkom heetten.
Ik heb een paar keer bezoek gekregen van leden van de kerk. Dat was nadat ik al een paar jaar in de gemeente woonde. In Zoetermeer kreeg ik na binnenkomst van meneer direct te horen dat ik over een aards onding beschikte : een tv. Ik maakte gelijk een einde gesprek. Ja, zo ben ik dan. Gelijk korte metten.
Ned. Hervormde kerk Leiderdorp
In Schoonhoven moest ik verantwoording afleggen, omdat ik mijn bijdrage aan de kerk had verlaagd. We waren begonnen met het financieel steunen van armlastige familie. Omdat ik weigerde mijn bijdrage te verhogen, verbood deze meneer zijn zoon om met mij te schaken. Dat deden we geregeld op de zondagmiddag.
Tussentijds ging ik soms met mijn moeder naar de kerk. Louter omdat zij dat op prijs stelde. Ook die diensten deden mij niets.
Toen mijn broer mij vroeg de dominee te vragen of hij even langs wilde komen voor een bezoek, weigerde de dominee. Mijn broer was toen ongeneeslijk ziek. Vlak voor zijn overlijden, heb ik die man op verzoek van mijn broer nogmaals gevraagd. Maar weer weigerde meneer, omdat mijn broer euthanasie zou plegen. Ook als mens wilde de dominee niet langskomen.
Voor mijn broer zou in de kerk na zijn overlijden ook geen kaarsje aangestoken worden. Hij stond niet op de lijst van overledenen. Het is omdat mijn moeder -een trouw kerklid- daar heel boos en teleurgesteld op reageerde, anders was dat zo gebleven.
Ik schrok toen ik van een vrijwilliger -verbonden aan een kerkelijke groep- hoorde, dat ze  alleen eenzame leden van haar kerk mocht bezoeken. Dat de rest vereenzaamde was van geen belang.
De nare berichten over de RK kerk dragen ook niet bij tot een herstel van het vertrouwen.
Nee, de kerk heeft voor mij lang geleden afgedaan. Alleen mijn geloof is gebleven.