vrijdag 2 mei 2014

Mijn tweewielers -9- Een café racer bouwen -2-

Er zijn allerlei uitvoeringen van café racers. Oorspronkelijk waren het motorfietsen die gestript en wat aangepast werden naar eigen smaak. Er werd ook echt mee geracet, zij het over straat. Ik herinner me nog dat op een gegeven moment café racers uit de fabriek rolden. Dat vond ik eigenlijk minder : De café racer als standaard product. Zoals de Voxan, Guzzi en de Triumph Thruxton. Er zijn best mooie bij hoor, daar gaat het niet om. Het idee dat iemand anders zoiets voor mij heeft bedacht vind ik niet lekker overkomen. Ik heb altijd al een afkeer gehad van situaties waarin iemand anders mij vertelt wat goed voor mij is. Nee, zo'n racer moet iets persoonlijks weergeven en uiteraard door mijzelf qua looks en techniek bedacht zijn. Zo'n concept ontstond gaandeweg bij mij. Eerst veel delen verwijderen. Bij de Kawa Z400 restte een kaal frame op wielen met een motorblok erin. En dan maar kijken en beelden oproepen. In gedachten kan ik me vrij goed voorstellen hoe iets eruit zou kunnen zien. Of het nu een indeling van een kamer, een tuin of het uiterlijk van een motorfiets is. Dus dat scheelt. Toch had de werkwijze veel weg van een try & error methode. Een aanpak die indruist tegen mijn manier van werken in het leven van alle dag. Dus kon het gebeuren dat na het wegslijpen het weggeslepen deel er weer opgelast moest worden. Ik schrijf 'lassen', maar bij mij was het meer plakken en bakken. Maar gelukkig is er nog de slijptol die na de inzet het baksel in een mooi stukje laswerk omtoverde.
Passen en meten...

Om het lassen te leren vroeg ik aan zoon Robert hoe het moest. Die had dat vaker gedaan op school en later op zijn werk. Ik heb vooral op de eigenbouw trailer geoefend. Op het onderstel van een vouwwagen heb ik drie goten en bevestigingspunten voor de sjorriemen gelast. Eh... geplakt.
Terug naar de Kasuwa. Stuurtje zus en dan toch maar weer zo. Bedrading inkorten en stalen remleiding maken. De montage van het rem-/ schakelsetje heeft ook veel tijd gekost. Zitten op een plankje op de motor bepaalde ik de ideale racehouding, zodat ik via de stand van de voeten de plaats kon vaststellen waar het setje gemonteerd moest worden. En dat was dan net weer op een ongelukkige plek op de frame.
Van de polyester tank-/zitcombinatie heb ik ook veel afgezaagd om de boel passend en fraai ogend te krijgen. Gemakshalve heb ik toch maar richtingaanwijzers gemonteerd. De uitlaatdempers had ik eigenlijk schuin omhoog willen laten lopen. Ik overwoog de originele dempers te vervangen door Megatons.
Maar mijn budgetbeheerder vond dat niet goed.
Het bouwen van de café racer was vooral leuk, vanwege het beroep dat gedaan werd op mijn creatieve geest. Elke ochtend als ik de werkplaats in kwam en het tussenresultaat zag staan, kreeg ik nieuwe ideeën. In het weekend nam ik hem soms mee naar huis. Om daar in een wat rustiger omgeving verder te prutsen. Eerlijk gezegd vond ik het ombouwen van zo'n fiets veel leuker dan het onderhouden ervan.