In mijn niet van zonden vrije jeugd, zwierf ik door het oerwoud van muziek. Van pop, rock, country en folk tot underground en psychedelica. Al kon ik de laatste categorie kolere herrie niet echt waarderen. Waarschijnlijk omdat ik geen LSD gebruikte. Uiteindelijk kwam ik vooral door mijn zwager Jan V in het walhalla van de country en folk terecht. Cash, Kristofferson, Jennings, Williams (Hank en later Don), Gram Parsons, Mickey Newbury, John Prine, Jerry Jef Walker, Chris Hillman, Linda Ronstadt, The Eagles, Southern Hillman Furray band, Bob Dylan, Byrds, Tim Hardin, Townes van Zandt, Randy Newman en ga zo maar nog een uur door.
Dat was way back in the 60's and 70's. Nu, ruim 40 jaar later ben ik volg ik iemand, die nagenoeg dezelfde ontdekkingsreis onderneemt. Ze doet me vaak glimlachen als ze meldt dat ze een nieuwe ontdekking heeft gedaan. Zoals laatst, toen ze John Prine tegen het muzikale lijf liep. Van origine is ze een enorm groot fan van Kris Kristofferson. Ik heb haar via Youtube leren kennen en haar veel lp's gestuurd van haar idool. Ze stamt uit de cd en dvd tijd en had geen enkele lp van Kris. Ze miste daarom bepaalde nummers van hem. Ik had veel dubbele, vanwege het overlijden van mijn broer Ruud. Haar vader had nog een oude platenspeler, waar ze de lp's die ik haar gestuurd heb op afspeelde.
Ik heb ze haar gratis gegeven. Eigenlijk vanuit de gedacht dat de erfenis veilig gesteld is bij een echte liefhebber. In ruil heb ik haar gevraagd zo'n 25 vragen te beantwoorden. Vragen over het leven in de voormalige DDR, want daar woonde ze tot de val van de muur. Ze vond het een bijzondere deal, maar dat was het voor mij niet. Het lijkt alsof het in de wereld enkel om geld gaat. Maar dat is niet zo. Het gaat om muziek en elkaar, vind ik.