Vanmorgen lag ik om half negen al bij de tandarts in de stoel. Het was mijn eerste bezoek aan een andere tandarts, nadat mijn vorige plotsklaps de tandenrij sloot en de boor aan de wilgen hing.
De wachtkamer was behaaglijk warm en was gevuld met slechts een lezende wachtende. Meneer beklaagde zich over de kou. "Gisteren ben ik naar en van Haven gefietst. Wat een eind en wat een kou zeg!, klaagde hij. Ik antwoordde, dat ik bijna dagelijks dat stuk fiets. Meneer gaat verder met lezen.
Dit keer een vrouwelijke tandarts. Overigens was al het personeel vrouwelijk. Vooraf moest ik eerst een vragenlijst invullen. Opvallend, want zoiets had ik niet eerder gezien. Allerlei vragen over mijn gezondheid, medicijngebruik, het gebit en ik kon ook wat opmerkingen en/of vragen toevoegen.
Ik was net klaar met het vullen van het formulier, toen ik de behandelkamer in mocht. De tandarts en ik stelden ons aan elkaar voor en ik nam plaats in de stoel. Terwijl de tandarts mijn formulier doornam, dacht ik na over mijn toekomst. Raar, maar waar. Ze stelde mij een aantal vragen en vroeg ook in hoeverre ik bang ben voor de tandarts. Van dat laatste heb ik nauwelijks last. Het bleef dit keer bij een controlebeurt inclusief verwijderen van tandsteen. Iets waar nauwelijks tegen te poetsen is en wat door een kalkrijk speeksel wordt veroorzaakt.
Ze heeft alleen de onderkaak gedaan, omwille van de tijd. de volgende keer komt de bovenkaak aan de beurt. Vooralsnog ben ik zeer tevreden met deze tandarts. Ze had geen houding van : "Welke tandarts heeft u dit aangedaan?!"
Ik had me voorgenomen om na dit bezoek te gaan ontbijten bij de Hema. Voor een euro een kop koffie (of thee of een glas sinaasappelsap), een croissant met jam en een stokbroodje met omelet met spek. Ruim voldoende energie om daarna weer de snijdende oosten wind te trotseren. Wat een kou! Toen ik weer thuiskwam lagen sommige mensen nog op één oor. Die van mij waren gevoelloos geworden. Tijd voor een warme kop koffie en een nieuwe dag.