Vanmiddag belde ze me op. Ze was van de trap gevallen en kon niet goed lopen. Even schrok ik, maar het ongeval bleek al anderhalve week eerder gebeurd te zijn. Ze vroeg mij of ik wat boodschappen voor haar wilde doen. "Geen probleem", zei ik, "roept u maar."
Toen ik bij haar voor de deur stond, deed ze lachend open. Dat was een opluchting. Ik overhandigde haar de boodschappen en de kassabon. Nadat ze had afgerekend, wilde ze dat ik zou blijven voor een kopje thee. Ik barst van de vrije tijd, dus dat was geen enkel probleem. Ze heeft tijdens haar herstel bij haar zoon gelogeerd, vertelde ze mij. Dat vond ze erg gezellig. Het gaat verder nog steeds goed met haar. Ze is erg opgewekt en beschikt over een flinke dosis humor. Het is al bijna 4 jaar geleden dat haar man overleed. Terwijl we al nippend aan de hete thee zitten te keuvelen, vertelde ze dat ze in de gaten werd gehouden door haar omgeving. "O ja?", zei ik, "dan houdt u er nu dus een jongere vriend op na!" Ze schaterde het uit. Ach ja, we lachen samen wat af. Ik heb haar nog even wat zaken uitgelegd met betrekking tot nieuwe technologie. Ik bedoel je mag dan wel leuke, handige apparaten krijgen, maar voor een ouder iemand (ze is de 80 gepasseerd) is de technologie nog een groot vraagteken.
Omdat de ramen aan een zeembeurt toe zijn, beloof ik haar binnenkort weer even langs te komen. Tussentijds is ze een paar keer opgestaan om haar benen te strekken. Haar knieën verstijven als ze te lang zit. Een direct gevolg van de val van de trap. Haar kinderen willen dat ze naar een bejaardentehuis verkast, maar dat wil ze niet : "Ik ben zo verknocht aan dit huis en de buurt."