zaterdag 16 maart 2013

De Jong's Machinefabriek

Een van de ruim 40 cursussen
Afgelopen week las ik een reactie en vraag over De Jong's Machinefabriek in Zoeterwoude. Daar heb ik begin jaren 70 een half jaar gewerkt. Ik herinner me nog dat ik erg schrok van de werksfeer in dat bedrijf. Mijn broer had mij na mijn militaire dienstplicht daar geïntroduceerd. De baan was louter bedoeld om mijn cursus computerprogrammeur te betalen. Want ik wilde de automatisering in.
Na het bekende rondje van kennismaken, de fabriek kreeg ik niet te zien, moest ik nacalculaties maken van de productie van betonmixers, bouwliften, mixers voor voedingsproducten (zoals nasi!) enz. Die berekeningen eindigden altijd in het rood. Of wel : de verkoopprijs was telkens veel te laag ten opzichte van de werkelijke kosten en de bruto marges. Ik zat dus op een zinkend schip.
De sfeer was niet bepaald leuk. Ik dacht nog : "Kut (sorry, ik kwam dus net uit dienst), moet ik dit tot mijn 65 ste doen?!" De kantoorruimte was verdeeld in twee rijen bureaus met stoelen. Mij werd gevraagd of ik links- dan wel rechtshandig was. Toen ik aangaf meestal rechts te zijn, werd de koffie links neergezet : dan kon ik gewoon door blijven werken als ik een slokje nam, want er moest gewerkt worden. Al snel had ik in de smiezen, dat een ratelende rekenmachine voor mijn chef het teken was, dat er hard gewerkt werd. Dus toetste ik een flinke deling in, drukte op de resutaattoets en nam ik even wat koffiepauze. Toen ik een keer opzij keek naar mijn broer, hoorde ik achterin een knippend geluid. Meneer Van de H. , bril met en zwart dik montuur, zat daar op een verhoging. Toen ik me helemaal omdraaide zat hij met zijn vingers te knippen en maakte met zijn hand een draaiende beweging : ik moest recht zitten. Het deed me denken aan de lagere school, al deelde hij geen klappen uit.
Voor op de muur hing een klok met een bel. Daar heb ik bedenkelijk veel naar zitten kijken. Op dat kantoor leek de tijd vaak stil te staan. Wat duurde de dagen lang! Als de bel ging mochten we opruimen. Ook als het lunchpauze was, moest er eerst opgeruimd worden. En als de bel weer ging, moest je aan de slag. Dus voor de bel ging moesten je spullen klaarliggen op je bureau. Dus de pauze was voor een deel ook werken. Ik maakte ook nog een salarisverhoging mee. Dat ging op een zeer eigenaardige manier. Onze chef had het nieuwe salaris op een papiertje gekrabbeld en liet dat op geheimzinnige manier aan mij zien. Op een manier alsof het een spiekbriefje betrof. Hoe dan ook ik ging volgens de metaal cao 457 gulden netto verdienen!
Het fabriekspersoneel werd strikt gescheiden gehouden van het kantoorpersoneel. Het werd ook vaak onfatsoenlijk tot onbeschoft behandeld. Op kantoor was een luik in de muur. Als daar op geklopt werd, dan betrof het iemand uit de fabriek met een vraag. Bepaalde mensen op kantoor begonnen gelijk nare opmerkingen te maken, zoals (ik citeer) : 'Laat die fabriekslul maar even wachten'. Of : 'daar heb je zeker die zeikerd weer'. Wat een minachting! Niet leuk dus.
Toen ik bij de Bank Giro Centrale werd aangenomen voor een opleiding tot analist-programmeur en ik mijn ontslag indiende, zei mijn chef dat ik alleen ontslag kon krijgen als hij de brief van de BGC had gezien. Ik dacht dat dat de normale gang van zaken was. Toen ik die toonde, zei hij dat ik mijn salaris zelf ingevuld had. Dat was namelijk bijna drie keer hoger dan wat ik bij De Jong verdiende. En dat terwijl ik bij de BGC van 10 tot 16 uur cursus ging volgen. Bij de BGC kwam ik in een totaal andere wereld terecht. Er zijn dus ook gewone bedrijven.