zondag 31 maart 2013

De geschiedenis rijdt voorbij

 
Na het boodschappen doen op de markt, ben ik even bij Unicum op twee velden voetbal gaan kijken. Niet veel later reed ik met tranen in de ogen weer op de fiets richting Haven. Bij de Visarenddreef moest ik stoppen, omdat een oude vrachtauto vanaf de Noordersluis de dreef opreed. Na een paar personenauto's, volgde weer een oude vrachtwagen. 'Mooi!', genoot ik. Ik dacht gaat dit nog lang duren en keek richting de sluis. Daar zag ik een hele colonne oude vrachtwagens aan komen rijden. Prachtig! Ik fietste zomaar met mijn neus in de nostalgische vrachtwagenboter!
Een hele rij vrachtwagens uit vervlogen tijden namen een voor een de bocht, waar ik vol bewondering toekeek. Het logo van een oude Magirus herinnerde mij aan onze eigen vuilniswagen in de jaren 50. Dat was ook een Magirus. Een Magirus Deutsch, al werd dat laatste woord angstvallig weggelaten. Achter op de bak was een halfronde metalen kap met daarin aan beide kanten twee schuifluiken. Die werden naar boven geduwd om daarna de vuilnisemmers te legen. Allemaal stoer handwerk door mannen met sterke lijven en zonder neus- of mondkapjes uitgevoerd. Ik wist toen : 'Dat wil ik later ook worden! Vuilnisman!' En aldus geschiedde.
Ik zag ook vrachtwagens met melkbussen achterop. Die herinner ik me ook nog. Ze reden 's morgens vroeg al door de polder van boerderij naar boerderij, om later op de ochtend terug te keren naar de melkfabriek. Er reden relatief veel vrachtwagens van het merk DAF. Aan het eind van de enorme rij zag ik een Mack aan komen rollen. Wat een beest. Dat is pas echt een Big Mack!
Ach ja, oude vrachtwagens. Ik ben ermee opgegroeid. Onze beneden buurman in de Resedastraat had er ook een. Meneer Van Ingen Schenau had een transportbedrijf. Hij beschikte over een groene Bedford met houten bak. Naast de voordeur stond vaak een enorme krik tegen de muur met een grote slinger eraan. Een houten bak op een ijzeren voet en waar aan de bovenkant een zwarte, vette, getande ijzeren staaf met draagblad uitstak.  Dat ding was net zo groot (of klein?) als ik. "Dommekracht", noemde buurman dat ding. Ik ben van die dingen later nog een paar tegengekomen. Die noemden zichzelf Peter en Richard. Voor mij waren die vechtersbaasjes ook gewoon dommekrachten, ook al heb ik die slingertjes van hen nooit gezien. Anders had ik daar zeker weten even flink aan gezwengeld.