Na enig zoeken komen we voor de toko te staan. "Een geel bord met Chinese tekens", had een vriendelijke mevrouw ons nog even meegegeven toen ze ons had uitgelegd waar we moesten zijn. Dat krijg je als je in een bepaald deel van de stad bent waar je nog niet eerder bent geweest.
Als we de winkel binnenstappen worden we door een typisch oosterse geur omarmd. Mmmm, heerlijk. Een Chinese vrouw achter de kassa met een pc waar een film op draait en een magazine op haar schoot, kijkt minder vriendelijk. Of beter : ze kijkt vijandig. Met grote uitpuilende ogen en een venijnige trek om haar smalle lippen. Ze kijkt met een blik van 'Opdonderen jullie!' En toch is het nog lang geen sluitingstijd. Dat wordt dus geen vriendelijk 'Ni hao' dit keer. Ik denk : "Storen we haar? Zou het soms wel sluitingstijd zijn? Of heeft ze een hekel aan Indo's?" Toch groet ik haar beleefd met een glimlach. Terwijl ik nieuwsgierig door de gangpaden loop en al die oosterse producten bewonder en hun geur opsnuif , hoor ik opeens een venijnige stem met Chinees accent schreeuwen : "6 eulo 50!!" Mijn eerste gedachte is : "Aha, die klant is doof". Vooral omdat de Chinese achter de kassa nog twee keer venijnig kwaad schreeuwt "Nee, 6 eulo 50!!"
Als we later bij de kassa komen om af te rekenen, kom ik oog in oog te staan met de Chinese. Omdat we de matjes om sushi's te maken niet konden vinden, vraagt Sonja haar ernaar. We schrikken beiden ons wild als ze antwoordt. Ze schreeuwt venijnig : "Daal!! Lopen jij!!" Ze wijst driftig naar een gangpad. Als Sonja al lopend in de schappen kijkt, schreeuwt de Chinese achtereen : "Lopen! Jij lopen! Lopen!" Dan sluit ze opeens af met "Ja, daal!!" Intussen volgt ze met een scheef oog de Chinese soap op haar pc. Sonja kijkt in het schap en vindt het gezochte. Al die tijd heb ik dat Chinese mens met open mond staan aanstaren van verbazing. Wat een grofheid! En wat een grote mond. Daar kan ik mijn Honda motorfiets zelfs in keren.
Normaal zeg ik daar iets van, maar nu durf ik het niet. Bang dat ze straks vanachter haar kassa vandaan springt en met een paar karateklappen een paar open botbreuken in mijn armen hakt. Of mij met een paar stokjes bewerkt. Misschien roept ze haar man (als ze die heeft), zo'n dikke kwabbige vechtjas die mij met een hand en een zwaai de winkel uitsmijt. Zonder de deur te openen. "Nog even rustig blijven, Willem" gaat door mijn hoofd terwijl ik tot 500 probeer te tellen. Ik ben per slot van rekening jarig vandaag en heb geen zin om het plaatselijk politiebureau van binnen te zien.
Ze grist het 50 euro biljet uit Sonja's handen en begint driftig het wisselgeld uit te tellen in haar linker hand. Haar rechter hand maakt daarbij karate-achtige bewegingen : tjak, tjak, tjak. Ik sta al klaar om het geld op te vangen, zodra ze het naar ons toe zou smijten. Maar dat doet ze nog net niet. Ze gooit het in Sonja's uitgestoken hand. Sonja blijft zelfs zo koel, dat ze ook nog om een tasjes durft te vragen. Even kijken de grote ogen haar dodelijk aan. Het vuur van zeer hete pepers spuit eruit. De Chinese draak grist een plastic tasje tevoorschijn en smijt het op de toonbank. Dit keer zegt ze niets. Ze kijkt alleen met een venijnige blik, wat bij mij het zweet doet losbarsten. Alsof ik net een kilo rauwe rawit heb verorbert. Ik sta al helemaal op scherp om haar te lijf te gaan, maar dat is gelukkig niet nodig. Nog voor ze kan rochelen en spugen verlaten we de toko.