Ingezonden n.a.v. Genieten van vogels:
Met een collega
stond ik vanuit onze controlekamer te kijken naar twee meeuwen die op
een grasperkje stonden. De ene meeuw stond met z'n pootjes op en neer te
trappelen en de ander stond er met een scheef kopje aandachtig naar te
kijken. Ik vroeg: ,,Weet je wat die meeuw daar staat te doen?". Collega:
,,Hij geeft dans- les en doet het eerst voor". Leuk bedacht maar dat
was fout. De meeuw bleef 'dansen' en ik vroeg nogmaals: ,,Waarom staat
de ene meeuw te trappelen en de andere niet? Collega: "ik denk dat ie
kouwe poten heeft!". ,,Weer mis, maar let op wat er zometeen gebeurt ".
We hoefden niet lang te wachten om te zien waar de meeuw mee bezig was.
De trillingen van zijn pootjes waren voor een regenworm in de aarde het
sein dat er ondergronds een mol door zijn gangen rende op zoek naar een
lekker hapje. De regenworm, die op het dagmenu van Momfer de Mol stond,
nam geen enkel risico (dacht hij) en haaste zich door de grasmat heen
naar de veilige grassprieten. Op dat moment stopte de meeuw met 'dansen'
en met een welgemikte snelle stoot met zijn snavel pakte hij de worm
beet zodra deze zicht- baar werd. Met een paar op- en neer-bewegingen
trok hij de worm, als was het een stukje paars/rood elastiek, uit zijn
veilige holletje. De worm, inmiddels een rekbaar begrip geworden, was
wel ontsnapt aan “Mómfer” maar werd toch nog 'gemold'; door een meeuw!