zondag 29 december 2013

Tafeltje dekje


Ingezonden n.a.v. Genieten van vogels :

In het tuincentrum kochten we weer eens wat nieuws voor onze gevederde vrienden. Het werd een voederhuisje met daarin een pot pinda-kaas met allerlei voedingsstoffen. De letters FSC op het hout geven een goed gevoel, tenzij het betekent: Fijn Stiekem (toch) Cappen? "Zonder zout", staat heel duidelijk vermeld bij de product-informatie. "Minder zout in ons voedsel" is een veel gehoord advies voor ons mensen en dat geldt nu dus ook voor vogels. We kochten een potje met bosvruchten en een potje met insecten erin. Het zijn vooral koolmezen en pimpelmezen die langskomen maar vanmorgen was er toch ook een roodborstje. Helaas voor de 'kleintjes' is de pot niet ontgaan aan de scherpe blik van enige kauwtjes met hun felle kraaloogjes. Het gekke is dat als één van hen iets eetbaars heeft ontdekt er, binnen een paar minuten vanuit het niets, zomaar een hele troep kauwtjes op je schutting komt zitten. Hoe kan dit? Het was boeiend om te zien hoe deze 'straatjongens', zittend op de schutting op ongeveer een halve meter afstand van de pindapot, eerst een plan bedachten om het lekkers succesvol te kunnen bereiken want dat was voor zo'n grote vogel geen eenvoudige zaak. Het dakje van het huisje steekt n.l. een stukje voorbij de voorzijde van de pindapot en of er daar nog wel genoeg ruimte is voor de fladderende vleugels, zonder deze te beschadigen, moesten de kauwtjes dus zelf bepalen. Met hun kopjes draaiend, en scheef op en neer bewegend, zag ik ze een tijdje in gedachten inschatten, wikken en wegen. Aarzelend vanuit een voorover gebogen starthouding zag ik ze een bijna poging doen om de sprong te wagen en dan toch ook weer niet. Maar opeens gebeurde het dan toch. Als een reuzenkolibri hing het eerste kauwtje hooguit 5 seconden voor de pindapot, zich daarbij met moeite vastklampend aan een klein houtje, en na een paar flinke hak bewegingen was zijn kostje gekocht. Terwijl hij zijn snavel links en rechts langs de rand van de schutting afveegde hing nummer twee al in de pot te hakken en na twee dagen was de pinda-kaas zo diep weggepikt dat de kauwtjes er niet meer bij konden. Tenminste, dat dacht ik maar de andere dag hadden ze de pot nota bene aan de gladde rand van het glas naar voren getrokken en dit herhaalde zich een paar keer. Op de vierde dag was de pot helemaal weg. Nou ja weg? Hij was er nog wel, maar hij lag in scherven op de tuintegels. Plan B bestond uit het plaatsen van pot nummer 2 met een schroefje vóór de glasrand, én een stokje met ‘dwarreltouwtjes’ in de aanvliegroute naar de landingsbaan van de kauwtjes. Bingo! “Eind goed al goed”, althans voor de ‘kleintjes’ onder de vogels. En de arme kauwtjes dan? Pssst!,.....een paar tuinen verderop hangt ook zo’n pindapot! “Pinda, pinda, lekka, lekka”.