Toen ik vanmorgen Fenna ging uitlaten, had ik mijn lange broek aangetrokken. Ik dacht dat het fris zou zijn. Maar eenmaal buiten bleek dat niet het geval. Stom, want normaal geloof ik die weermannen en -vrouwen niet. Dit keer dacht ik er goed aan te doen hen wel te geloven. Dus ik heb mijn broek maar subiet uitgetrokken. Niet op straat hoor, maar toen we weer thuis waren. Dus bleef de schrik beperkt tot de aanwezige Fenna. Vanmorgen heb ik weer wat ongewenst groen verwijderd. Dit keer op het trottoir. Het stelde weinig voor, want wie het geregeld bijhoudt, hoeft weinig te doen. Verderop heeft men meer werk. Tenzij de gemeente het aanpakt. Laatst zag ik iemand met een knalrood hoofd aan ongewenst groen staan rukken. Die persoon heeft het eerst weken laten groeien en dacht het toen 'even' uit de grond te kunnen trekken. Dat lukt dus niet meer. De wortels waren al diep de grond in gekropen. Nee, gewoon geregeld even bukken, het nog jonge groen goed onderaan beetpakken, een rukje geven en klaar. Dat plukken is trouwens ook een goede oefening om de rug soepel te houden.
Ik heb me dit keer beperkt tot ons eigen straatje. Dat vond ik meer dan genoeg, want ik wilde nog naar de loods. Maar eerst koffie!