dinsdag 20 juni 2017

Op naar Roemenië


Na een zeer gezellige avond met de eigenaren en andere campinggasten, hebben wij ons de woensdagochtend op een rustige manier voorbereid op het vertrek. We kregen van een van de gasten een gedetailleerde kaart van Hongarije mee. Rond 13.00 uur was het zover. We wisten dat we die middag zo’n 160 km moesten afleggen, voordat we in Roemenië zouden arriveren. Het doel was de grensplaats Nadlac, waar Mircea en Yola wonen. Maar eerst weer door het stof. In het nabij gelegen dorp sloegen we wat drinkwater in.
De snelweg kende weinig verkeer. Met een gang van zo’n 100 km / uur reden we naar Szeged. Daar aangekomen meende ik een vignet voor Roemenië te moeten kopen. Maar een goed Engels sprekende jonge vrouw zei, dat we die bij de grens moesten kopen. Ik maakte een fout door te besluiten binnendoor naar Nadlac te rijden. Een fout, omdat ik toen dwars door Szeged moest rijden. Wat een drukte! Tien keer niets voor mij. Scheisse passiert.
Bij de grens stond een lange rij wachtende personenauto’s en een enorme lange rij vrachtwagens. Het werd een typisch ambtelijke vertoning. Met name het kentekenbewijs van de camper werd nadrukkelijk bestudeerd en door de douanebeambten besproken. De documenten gingen van hand tot hand, maar uiteindelijk mochten we de reis voortzetten. Bij het eerste tankstation kochten we weer een vignet. Ik moest met euro’s betalen, maar de bon gaf de Roemeense Leu als valuta aan....
Uit mijn hoofd weet ik waar Mircea woont. De Tomtom echter niet. Dus moest ik op mijn herinneringen af gaan. Helaas was de directe omgeving van het adres behoorlijk veranderd, vanwege de aanleg van de snelweg A1. We stopten bij een café en ik vroeg in keurig Duits een mevrouw de weg. Ze kende de familie, zei ze. Maar toch stuurde ze ons de verkeerde kant op. Ik wist dat ik aan de oude verbindingsweg van Arad en Nadlac moest zijn. Het bleef dus even zoeken, totdat een gebrekkig Duits sprekende fietsende Roemeen mij op de A7 wees. Of wel de oude doorgaande weg tussen Arad en Nadlac! Daarna was het een peulenschil, omdat ik de omgeving herkende. We werden enthousiast welkom geheten door onze gastheer en -vrouw en parkeerden de wagen op een schaduwrijke plek in de boomgaard, tussen de kersen-, peren- en abrikozenbomen. Hoera, we hebben na ruim 1.700 km  ons verste reisdoel gehaald!