donderdag 22 juni 2017

Arad


Pas een dag voor aankomst te Nadlac hebben we onze Roemeense vrienden op de hoogte gebracht van onze komst. Surprise! Op vrijdagmiddag verscheen Ovidiu in Nadlac. Hij kwam ons ophalen om een nachtje in Arad te komen logeren. We waren glad het tijdsverschil van een uur vergeten. Het bezoek aan Arad was wat gedoe, want vrijdag is de oppasdag voor oma Olga en opa Ovidiu. Maar ja, ik zag het niet zitten om met de camper Arad in te rijden. Dat had te maken met de rijstijl van de automobilisten aldaar.Komt bij dat de camper in Arad niet op het erf geparkeerd kon worden. De doorgang was te smal (of is de wagen te breed?) en de ingang kende een doorrijhoogte van krap 2 meter. Om met een deels verbouwde camper terug te keren, zag ik niet zitten.
Een ander punt is dat parkeren op de openbare weg geen goed idee zou zijn.
Zoals te doen gebruikelijk werden we hartelijk verwelkomd door gastvrouw Olga. Niet veel later arriveerden haar zoon en dochter. Met die twee en met de kleine Vlad (inmiddels wakker geworden uit zijn middagslaapje) zijn we het centrum ingegaan. Met de auto, want ook de korte stukken worden met het statussymbool afgelegd.
We hebben langs de Mures gewandeld. Het was erg leuk de oude stad weer te zien.
De volgende ochtend heeft Ovidiu ons meegenomen om een klooster en wat kerken te bezoeken. Telkens als ik zo’n gebouw betreed word ik overvallen door een zeer rustig en vertrouwd gevoel. Net alsof ik op heel bekend terrein ben aangekomen, waar mij louter goede dingen wacht. Ik ben niet bang voor de dood. Ik vraag me alleen af of ik na mijn dood, daar aan die andere kant, wellicht last van heimwee zal krijgen. De tijd zal het leren.
Op het terrein van het klooster staat een aantal oude tot zeer oude gebouwen. Bij het feitelijke klooster bevond zich een zeer oud stenen hart. Mij werd verteld dat als je je oor op dat hart legt, je het hart kon horen kloppen!
Leergierig als ik ben ging ik door de knieën en heb ik mijn goede oor tegen de steen gedrukt. Doodstil, met ingehouden adem heb ik zo staan luisteren. Maar ik hoorde alleen de zee. Of was het soms het meer van Nazareth? Met mijn andere (dove) oor hoorde ik niets. Van een wondersteen was ook geen sprake, want ik ben nog steeds doof aan dat oor. Neemt niet weg, dat het een zeer mooie omgeving was. Er was een kerkdienst gaande. Een oude vrouw, geheel gekleed in zwart,  lag met gevouwen handen op haar knieën op de grond. We hebben maar even staan kijken. Toen de geestelijke die de dienst leidde achter een paar deurtjes verdween, zijn we er vandoor gegaan..Weer buiten hebben we nog wat rondgekeken in die bijzondere omgeving.