Indianenverhalen |
Voor Oostenrijk moesten we een vignet kopen, anders mochten we niet over hun snelwegen rijden. Dus dat hebben we maar gedaan. Het vignet moest achter de voorruit geplakt worden. Na een lange rit tijdens een broeierige dag, gingen we op zoek naar een rustplek. Een camping. Veel mensen wisten er geen. Ik vroeg een aardbeienverkoper of hij misschien iets wist. Op mijn vraag of er soms ook agrariërs waren waar je op het erf mocht gaan staan, lachte hij wat meewarig. Ik vroeg hem : "Of zijn Oostenrijkers niet zo gastvrij?" Hij moest er wel om lachen, maar als de bekende boer. Aan zijn uiterlijk te zien, kwam hij ook niet uit dit jodel-land. Maar dat aardbeien gezond zijn, bleek uit zijn tip. Hij adviseerde ons door te rijden tot bij een meer. "Daar zijn vast wel campings", zei hij serieus. En wat denk je? Hij had gelijk!
ging goed |
Het stel reed in een soortgelijke bus, zij het dat hun bus als camper uit de fabriek gerold is, de bus was van dezelfde leeftijd.
Het zou een zeer warme nacht worden; we hebben met geopende deuren geslapen onder de klamboe. Want de muggen waren volop aanwezig.