Tot nu toe hebben we weinig kunnen fietsen. Ik ben geen Lucien van Impe, die met twee vingers in de neus de bergen opreed. Sonja's e-bike presteert ook niets op deze hellingen. Ja, bergafwaarts wel natuurlijk, net als mijn fiets. Maar we moeten ook een keer terug.
Toch waagde ik een poging om 'even' een boodschap te gaan doen in het dorp. Niet 'down under' of 'down town', maar 'up in the sky'!
Ik liet me overhalen tijdens een gesprekje met een Duitse, die hier een stacaravan heeft. Ze zei dat het slechts 2,5 km was en dat het met een e-bike een peulenschilletje zou zijn. Ik ken die weg en keek daarom stiekem omlaag naar haar benen. Ze had duidelijk geen Zoetemelk dijen en daaronder hadden haar benen veel weg van die van een ooievaar. Of wel : niet bepaald getrainde en/of gespierde benen. Ik vertrouwde haar niet zo. Dat ik desondanks toch de poging waagde, had alles te maken met mijn persoonlijkheid. Denk ik.
Bij wijze van uitzondering nam ik Sonja's fiets. Ik was net de camping af of ik had al spijt. De weg ging direct vrij steil omhoog. Ik trapte me het leplazerus en kwam luttele meters vooruit. Die fiets ( met de misleidende naam Gazelle) is van zichzelf al zwaar en nu leek de pakezel ook nog koppig te zijn geworden.
Ik ben toen maar afgestapt en gaan lopen. Nou ja, lopen. Ik moest wel die zware Gazelle fiets voortduwen. Alleen mijn motivatie ging hard bergafwaarts. Onderweg ging ik een paar keer kapot op die helling. Geen bezemwagen te bekennen, natuurlijk. Het was bloedje heet. Toen een paar jonge dames kwamen nederdalen, deed ik maar of er iets aan de fiets mankeerde. Haha! Maar, zoals gebruikelijk met doorzetters, ik kwam uiteindelijk wel boven in het dorp. Hijgend en puffend als een ambtenaar die net van werken heeft gedroomd.
In de supermarkt zweette ik als de bekende otter. Ik maakte vast een vreemde indruk bij het personeel. Dat dacht waarschijnlijk dat het angstzweet was van een aankomend winkeldief.
De terugweg verliep gelukkig een stuk gemakkelijker. Ik moest wel weer even flink op de pedalen gaan staan, maar daarna ging het toch weer bergafwaarts met mij, die fiets en de boodschappen. Zij het op een aangename manier.
Eenmaal weer op de camping plofte ik zwetend, hijgend en voldaan neer in een luie stoel. Toen ik daar lag bij te komen uit mijn fiets-coma zei Sonja : "Zo, dat heb je snel gedaan!"
Ik ga toch eens vragen wat voor e-bike die Duitse met die ooievaarsbenen heeft.