De camping is verdeeld in drie velden. Een veld met vaste standplaatsen waar louter grote toercaravans als stacaravan fungeren, een veld voor de toeristen en een apart deel waar ogenschijnlijk recreatiehuisjes staan. Ik schrijf bewust ogenschijnlijk, want als ik goed kijk herken ik toch een soort stacaravan, alleen een paar keer groter.
Terwijl ik met Fenna aan de lijn wat rondkijk, word ik gegroet door een (nog) oudere mevrouw. Ze staat op het erf van zo'n huisje. Ik groet terug en maak haar in mijn beste Duits een compliment voor haar huisje. In vloeiend Duits bedankt ze mij. Boven haar glimlach en pretoogjes (ze is alleenstaand) zie ik een kalend hoofd. Ze heeft geen enkele moeite gedaan om de kale plekken te camoufleren. Hoe anders is het met haar tuintje. Dat staat er prachtig en vooral kleurrijk bij. Ze vraagt mij vriendelijk of ik soms even binnen wil komen. Op het hekje staat een afbeelding van een angstaanjagende hond. Omdat Fenna bij mij is, wijs ik even op het bordje. Ze lacht weer ondeugend, gaat naar binnen en komt met een bruin monster naar buiten. Het beest heeft duidelijk geen zin om geshowd te worden. Logisch, want de bruine labrador is moddervet. Als een dronkaard waggelt ie naar Fenna, snuffelt wat en valt dan opeens op de grond neer. Ik schrik even, want zo erg kan het toch niet met Fenna gesteld zijn wat haar geur betreft. Ze had net eerder illegaal gezwommen in zeer schoon water.
een van de vele uitgebouwde stacaravans |
Als ze vraagt of ik de slaapkamer wil zien, bedank ik haar beleefd (met vooraf een slikkende beweging als die van een kalkoen vlak voor kerst).
Ze betaalt per jaar 1.200 euro voor de plek en is per maand gemiddeld 250 euro aan overige kosten (energie en water) kwijt. Het geeft te denken. Ik dank mevrouw vriendelijk voor de uitleg en gastvrijheid. Samen springen Fenna en ik over een dik bruin obstakel dat ons de doorgang buiten verspert en verlaten het kleine erf.