zaterdag 1 oktober 2011

Met pensioen


Pa ging dus met pensioen. Thuis stond de boel op z’n kop. Pa was niet gewend om zo lang thuis te zijn. Zijn Marine mentaliteit botste met de manier waarop mamma ons had opgevoed. Pa bleek behoorlijke frustraties te hebben overgehouden aan de oorlog en de marine. Discriminatie, geen plek voor emoties enz. maakten van hem een eenzaam man. Voor mij en mijn broers was pa altijd de oorlogsheld, ook al wilde hij daar met geen woord over praten. “Dat was de slechtste tijd van mijn leven”, heeft hij ooit eens gezegd. Pas toen pa parttime ging werken, verbeterde de situatie thuis.
Begin jaren 90 wordt pa ziek. Hij heeft prostaatkanker. In die periode vernam hij dat hij een buitenechtelijk kind was. Ik zie pa nog verschrikt rondlopen, toen hij dat bericht vernam. De puzzelstukjes van zijn nare jeugd en andere onduidelijke zaken vielen ineen. Pa besteedde veel tijd om nader kennis te maken met zijn nieuwe familie.
Het is oktober 1997. Ik word op werk gebeld, dat het niet goed gaat met pa. Hij is met spoed het ziekenhuis in gegaan. Vanuit Den Bosch haast ik me richting Leiderdorp. Met mamma ga ik naar het ziekenhuis. Pa zit rechtop op de rand van zijn bed als we de broeierige zaal binnen komen. Hij glimlacht en is merkbaar blij ons te zien. We praten wat bij en hij zegt dat ie straks weer naar huis mag. Zoals gewoonlijk klinkt alles normaal, rustig.Als we afscheid nemen lacht ie opgewekt. Samen met mamma loop ik de zaal uit en kijk nog even achterom. Even lijkt het erop dat ik naar het verkeerde bed kijk. De man erop is klein en kijkt droevig voor zich uit. Pas later zou het tot me doordringen, dat het wel degelijk pa was.
Thuis wordt alles voorbereid op pa’s thuiskomst. Er is een bed aangevraagd bij de zorgdienst. Het is vrijdagmiddag en aangezien er een aantal zussen rondloopt, besluit ik om maar naar huis te gaan en de volgende dag weer te komen.