donderdag 6 oktober 2011
Terug in de boomgaard -12-
Vanwege de weersverwachting besloot ik vanmorgen niet op de motor maar in de auto naar de boomgaard te rijden. Niet omdat ik bang ben voor nattigheid, maar omdat het wegdek hier en daar spekglad is. Er is een aantal landbouwers hier in de Flevopolder, dat het niet zo nauw neemt met het opruimen van de klei en bagger die hun trekkers op de openbare wegen achterlaten. Het is namelijk oogsttijd. Zo was een deel van de Runderweg vanmorgen weer als een ijsbaan. Eenmaal in de boomgaard aangekomen begon het flink te regenen. Wat heet, het goot pijpenstelen! Maar ik beschik over een prima regenoutfit. Met de capuchon op leek het net alsof in in een mobiel tentje stond. Alleen dat scheurtje in mijn laars deed wat waterig van zich spreken. Er stond ook een flinke wind, bijna stormachtig. Je bofte als je met de rug naar de wind en regen gekeerd bezig was. Maar ik bofte dus niet. Onder het plukken gutste het regenwater mijn mouwen in. Ik had geen polsbandjes omgedaan. De meeste plukkers gebruiken daarvoor sportsokken waarvan de tenen afgeknipt zijn. Die teenloze sokken kan je lekker oprollen om je polsen. Ik geef toe dat ik tijdens het plukken me een paar keer afvroeg wat ik hier aan het doen was. Ik hoef immer niet te werken en we hebben een mooi en vooral droog huis. Maar ja, ik was niet de enige. Er waren meer helden en heldinnen bezig. We plukken meestal met z'n vieren en vandaag dus ook. Soms pluk ik alleen. Zoals een week of wat geleden. Terwijl ik daar stond te plukken, stak een gelovige medeplukker zijn hoofd nieuwsgierig tussen de bomen door en vroeg : "Hé Willem, pluk je alleen?" Ik antwoordde devoot : "Nee Henk, de Heer is met mij..." Er klonk een wat zenuwachtig lachje tussen de bladeren vandaan. Toen vroeg hij of ik geholpen wilde worden. Ik heb de goedwillende collega maar verteld over onze bouvier Hannes, die ook geholpen was. Dus : "Nee dank je, Henk! Maar je mag me wel assisteren."