Zaterdagochtend, kwart over zeven gaat de telefoon. Pa is overleden. Ik schrik me rot. En dan opeens zie ik hem weer op dat bed zitten, toen mamma en ik de dag eerder de zaal verlieten. Een kleine, in elkaar gedoken man.
Pa wist het toen al, wij niet. Het schoot door me heen, dat ik nog zoveel vragen aan hem had. Maar daar is het nu te laat voor. Pa is niet meer. Na de afscheidsdienst werd de kist door zijn zonen en schoonzonen naar pa’s laatste rustplaats gedragen. Een vreemde gewaarwording : Pa gedragen door hen die hij altijd op afstand heeft gehouden. Voor op zijn graf heb ik voor mijn held een bordje laten maken.
Veel informatie waarover ik beschik heb ik uit pa’s staat van dienst. Die heb ik na zijn overlijden opgevraagd. Samen met de foto’s en verhalen van thuis, de familie en kennissen is het mij gelukt pa’s leven grotendeels te reconstrueren. Tijdens de reconstructie begon ik steeds meer te begrijpen van die eenzame man en zijn gedrag. Pa was in wezen een aardige man, die door de tijd en zijn omgeving ge-/vervormd is tot degene die hij uiteindelijk was. Vooral in de omgang met mijn jongere zusjes, zag ik een heel andere pa. Een vader die ik zelf ook graag gehad had. Maar mijn boosheid en jaloezie hebben inmiddels plaatsgemaakt voor begrip en vergeving. De bewondering en het respect zijn altijd gebleven. Dag pa, bedankt!